congruentie 2022

1 / 25
suivant
Slide 1: Lien
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Lien

eerst even erin komen...

Slide 2 - Diapositive

volgens welke groep gaat aurum?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 3 - Quiz

volgens welk groep gaat centurio, centurionis?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 4 - Quiz

volgens welke groep gaat exitus, exitus?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 5 - Quiz

Nu niet meer in de nominativus: volgens welke groep gaat het vormpje animalis?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 6 - Quiz

Sommige vormen kunnen van meerdere woorden, uit verschillende groepen komen. Van welke twee woorden kan het vormpje moris komen?

Slide 7 - Question ouverte

Het zelfde geldt voor het vormpje ora.
Van welke woorden kan dat vormpje komen?

Slide 8 - Question ouverte

en de laatste: van welke woorden kan soli komen?

Slide 9 - Question ouverte

dezelfde uitgang betekent niet per se dezelfde naamval, weten we nu. Welke combinatie klopt?
A
iuvenis fortis
B
iuvenis magnis
C
domini forti
D
domini magni

Slide 10 - Quiz

lucibus (ignotus)
A
ignotibus
B
ignotis
C
ignotus

Slide 11 - Quiz

sidus (pulcher)
A
pulcher
B
pulchrum
C
pulchrus

Slide 12 - Quiz

formarum (parvus)
A
parvum
B
parvarum
C
parvis
D
parvae

Slide 13 - Quiz

sceleris (magnus)
A
magnis
B
magni
C
magnae

Slide 14 - Quiz

Vaak kun je snel een goede woordgroep maken door alleen op de betekenis van de woorden te letten. Doe dat hier ook en maak de juiste combinaties.
magnum
carae
iratum
ignotae
pulchris
clara
puellis
gentes
patrem
munus
matris
sidera

Slide 15 - Question de remorquage

Welke combinatie(s) van bijv. nw. en zelfst. nw. congrueert / congrueren?
A
feminae humili
B
servum fidelium
C
tempus breve

Slide 16 - Quiz

groep 1/2
groep 3
ceterus
humilis
ferox
brevis
ingens
extremus

Slide 17 - Question de remorquage

welke woorden congrueren met elkaar?
Quae quamquam comitum turba est stipata suarum, in latus obliquum tamen adstitit

Slide 18 - Question ouverte

welke woorden congrueren ?
Ut vellet promptas habuisse sagittas, hausit aquas

Slide 19 - Question ouverte

wat congrueert?
spargensque comas ultricibus undis
addidit haec cladis praenuntia verba futurae:

Slide 20 - Question ouverte

Nunc tibi me posito visam velamine narres

Slide 21 - Question ouverte

dat sparso capiti vivacis cornua cervi

Slide 22 - Question ouverte

circumfert tacitos tamquam sua bracchia vultus

Slide 23 - Question ouverte

At comites rapidum solitis hortatibus agmen ignari instigant

Slide 24 - Question ouverte

vellet ... non etiam sentire canum fera facta suorum

Slide 25 - Question ouverte