Herhaling PTO 3

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Herhaling PTO 3

- leesvaardigheid

- fictie

- taalverzorging

- grammatica

- woordenschat

Leesvaardigheid

- woorden & hun betekenis

- standaard tekststructuur

- beeldtaal

Wat doe je als je de woordraadstrategie 'zoek een synoniem' gebruikt?

Uit welke drie onderdelen bestaat de tekststructuur?

Kijk eens rond in huis wat voor soorten beeldtaal je kunt vinden. Maak hier een foto van en upload deze.

Fictie

- Helden en schurken

- Personages

16. Bekijk de foto. Wat is de relatie van de drie personages?

1. het zijn drie broers
2. het zijn drie vrienden
3. het zijn twee pestkoppen met hun slachtoffer
4. het is een pestkop met twee slachtoffers

Personages

Taalverzorging

- persoonsvorm tegenwoordige en verleden tijd

- voltooid deelwoord

- onvoltooid deelwoord

- onregelmatige werkwoorden

- Engelse werkwoorden

Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Zin: Hou... jij je meestal aan die regels?

1. dt
2. d
3. t

Persoonsvorm tegenwoordig/verleden tijd.
Zin: Ik von... dat wel een beetje vreemd

1. dt
2. d
3. t

voltooid deelwoord van halen

1. gehaalt
2. haalde
3. gehaald
4. haalden

Wat is het voltooid deelwoord van:

sponzen

1. gesponst
2. gesponsd

Wat is het onvoltooid deelwoord?
Strompelend gingen ze naar huis

1. strompelend
2. gingen
3. naar
4. huis

Mijn zusje moest -huilend- van het lachen naar de directeur.

1. voltooid deelwoord
2. onvoltooid deelwoord

Engelse werkwoorden:
hoe schrijf je het volgende werkwoord in de hij-vorm, vt: timen

1. timde
2. timdde
3. timete
4. timede

Engelse werkwoorden
Vervoeg op de juiste manier in de persoonsvorm verleden tijd : Hij ... (deleten)

1. deletete
2. delet
3. delette
4. deletette

Uitleg Engelse werkwoorden

timen - stam = time (je spreekt uit: taaim)

- verleden tijd = stam + de (aan het eind van de stam hoor je -m)

deleten - stam = delete (je spreekt uit: deliet)

- verleden tijd = stam + te (aan het eind van de stam hoor je -t)

Grammatica

- het lijdend voorwerp

- het meewerkend voorwerp

Thomas heeft Marieke bloemen gegeven.
Lijdend voorwerp =

1. Er is geen lijdend voorwerp
2. Thomas
3. Marieke
4. bloemen

Wat is het mv in de zin?
De leerkracht wiskunde moet ons nog extra oefeningen bezorgen.

1. De leraar wiskunde
2. Moet bezorgen
3. Ons
4. Extra oefeningen

Evaluatie

Zijn er nog vragen?

Sites om boeken te zoeken:

- www.lezenvoordelijst.nl

- www.ikvindlezenleuk.nl