Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 30 min
Introduction
In deze les, ontwikkeld ter ere van de Kinderboekenweek 2021, maken de leerlingen kennis met verschillende beroepen uit het orkest. Wie werken er allemaal bij het orkest? En wat zijn hun taken?
Éléments de cette leçon
1
Tip!
Klik op het notitie icoontje rechtsonder voor een toelichting op de slides
1-2
Een beroep in het orkest
Slide 1 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 2 - Vidéo
Toelichting
Speel de muziekvideo af en laat de kinderen meebewegen
Wie spelen er in een orkest?
2
Wat is een orkest?
1
Wie staat op de foto voor het orkest?
Wat doet die persoon daar eigenlijk?
3
Slide 3 - Diapositive
Toelichting
Klassengesprek met de leerlingen:
Wat is een orkest?
Wie spelen er in een orkest?
Welke instrumenten zijn er?
Wie staat er voor zo'n orkest en wat doet dit persoon?
Het onderwerp van de kinderboekenweek is hier ook van belang. De leerling kan ook iemand worden die in zo'n orkest speelt of het orkest dirigeert.
Zou jij later muzikant willen worden?
😒🙁😐🙂😃
Slide 4 - Sondage
Toelichting
Vraag een aantal leerlingen of ze hun antwoord willen/kunnen toelichten.
Een beroep in het orkest
Een orkest is een groep mensen die allemaal verschillende muziekinstrumenten bespelen. Samen maken ze prachtige muziek voor een publiek. Misschien heb jij wel eens een orkest horen spelen!
Wist je dat jij later ook bij een orkest kan werken?
1
Muzikant
Dirigent
Orkestbode
Hallo! In het orkest ben ik een muzikant. Zoals je misschien kan zien speel ik viool. Samen met de anderen zorg ik ervoor dat er muziek klinkt. Sommigen spelen ook viool en anderen spelen allerlei andere instrumenten. Op de muziekstandaard voor mij liggen papieren waar precies op staat wat ik moet spelen. De dirigent helpt ons hierbij! Zonder ons is er geen muziek.
Ik ben de dirigent! Mij zie je altijd voor het orkest staan. Daar sta ik op een soort trapje zodat alle muzikanten mij goed kunnen zien. Maar wat doe ik nu eigenlijk voor dat orkest? De muzikanten hebben toch al blaadjes waar op staat wat ze moeten spelen? Door mijn armen te bewegen kan het orkest zien waneer ze harder of zachter moeten spelen. Ook zorg ik ervoor dat de muzikanten niet ineens te snel of te langzaam gaan. Als het orkest aan het oefenen is vertel ik ze hoe ze het moeten spelen. Zonder mij wordt het een chaos!
Technicus
Hoi, binnen het orkest ben ik de lichttechnicus! Ik zorg ervoor dat alles goed te zien en te horen is op het podium. Meestal zorg ik ervoor dat alle lichten op het podium het goed doen. Zo kan het orkest hun bladmuziek goed lezen en ziet het er extra mooi uit. Dit doe ik op mijn mengpaneel. Die zie je ook op het plaatje! Alle knopjes en schuifjes doen wat anders en zijn belangrijk.
Hey, ik ben de orkestbode. Wat denk je dat ik doe? Kijk maar eens naar de plaatjes! Er staat heel veel op het podium en ik zet dat klaar op het podium. Instrumenten, muziekstandaards, het dirigentenpodium en stoelen. Ook zorg ik ervoor dat alle muzikanten de goede bladmuziek op hun standaard hebben liggen. Stel je eens voor dat de muzikanten de verkeerde muziek spelen, of dat de dirigent niet op zijn podium staat waardoor het orkest hem niet ziet. Ik ben dus heel belangrijk! Zonder mij kan het orkest niet spelen.
Slide 5 - Diapositive
Toelichting
Klik als eerste op 'nr. 1'.
Ga vervolgens de spreekwolkjes af van links naar rechts door erop te klikken. Lees voor wat er staat.
Als ik moest kiezen word ik een...
Slide 6 - Sondage
Toelichting
Van links naar rechts:
1. Muzikant
2. Dirigent
3. Lichttechnicus
4. Orkestbode/assistent
De muzikant
Slide 7 - Question de remorquage
Toelichting
Instructie: In het orkest spelen verschillende instrumenten. Op het eerste plaatje zie je een klarinet. Daaronder een viool en onderaan een drum.
Herhaal eerste de rode sleepdoelen:
1. Klarinet
2. Viool
3. Drum
Instructie: Op sommige instrumenten moet je blazen en op andere slaan met stokken of je handen. Voor andere instrumenten, zoals een viool, heb je een stok met haren nodig om over de snaren te strijken.
Naast de instrumenten staan drie afbeeldingen.
A. Blazen
B. Slaan
C. Strijken
Vraag de leerlingen welke van deze drie bij welk instrument hoort en sleep het naar het juiste instrument.
Instructie: Elk instrument klinkt anders. Een instrument waar je op moet blazen met je mond klinkt anders dan een instrument waar je op slaat of strijkt. Luister maar!
Speel eerste D af en vraag de leerlingen bij welk instrument dit audio fragment hoort. Doe hetzelfde bij E en F.
De leerlingen hoeven het niet goed te hebben. Het gaat bij deze opdracht vooral om de blootstelling aan verschillende instrumenten en klanken.
De dirigent: Wat heeft de dirigent nodig?
Slide 8 - Question de remorquage
Toelichting
Wat heeft de dirigent nodig? Sleep wat de dirigent nodig heeft naar de afbeelding van de dirigent.
Antwoorden:
- Podium van de dirigent om zichtbaar te zijn (bok)
- Dirigentenstok (baton)
- Muziekstandaard
DE TECHNICUS: DE TECHNICUS ZIT TIJDENS HET CONCERT...
A
Op het podium
B
Naast de dirigent
C
Achter in de zaal
D
Voor in de zaal
Slide 9 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
De orkestbode
Eens denken! Wat zal ik als eerste op het podium zetten? Help jij me mee?
1
2
3
Slide 10 - Question de remorquage
Toelichting
Instructie: Herhaal met de leerlingen kort welke dingen de orkestbode op het podium moet zetten. Ook het dirigent podium en de muziek moet de orkestbode op het podium zetten, maar we houden het voor nu bij deze drie.
Aan de klas: De instrumenten kunnen snel makkelijke kapot gaan als je ze ergens tegenaan stoot. Daarom nemen de muzikanten deze zelf mee. Maar er zijn ook grote instrumenten zoals de pauken (slagwerk). Als je die aan het eind pas op het podium zet, stoot je van alles aan! Het is dus belangrijk dat de orkestbode de spullen in de goede volgorde op het podium zet.
Wat zet de orkestbode als eerst op het podium?
Sleep het voorwerp in de juiste volgorde. Voor de opdracht is er een juist antwoord gekozen, maar het gaat meer over verkenning van wat je moet doen als orkestbode dan over juist/onjuist. Probeer dus meer de nadruk te leggen op wat de leerlingen zou doen als de leerling zelf orkestbode was en minder op het goede antwoord.
Antwoord:
Eerste de grote instrumenten
Stoelen
Muziekstandaarden
Je weet nu meer over wat je kan worden in een orkest!
Kies opnieuw wat je nu zou willen worden in het orkest!