Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Les 18: Meertaligheid
Les 19: Meertaligheid
p. 255-266
1 / 23
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Secundair onderwijs
Cette leçon contient
23 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
50 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Les 19: Meertaligheid
p. 255-266
Slide 1 - Diapositive
Wat is meertaligheid?
Slide 2 - Carte mentale
1. Lees het artikel over
Popquiz.
Slide 3 - Diapositive
In welke context wordt het woord 'toptransfer' normaal gezien gebruikt?
Slide 4 - Question ouverte
Wat bedoelt de auteur met 'na jaren openlijk geflirt'?
Slide 5 - Question ouverte
Welke uitspraak verwoordt het best het standpunt van Matthijs van Nieuwkerk?
A
Belgisch-Nederlands en Nederlands-Nederlands lijken sterk op elkaar.
B
Belgisch-Nederlands en Nederlands-Nederlands verschillen erg van elkaar.
C
Belgisch-Nederlands is voor Nederlanders onverstaanbaar.
Slide 6 - Quiz
Wat betekent eloquent?
A
welsprekend
B
vlot
C
verzorgd
D
nauwkeurig
Slide 7 - Quiz
2. Kijk naar een fragment uit
Popquiz
en breng het taalgebruik in kaart.
Slide 8 - Diapositive
3. Kijk naar een fragment uit
VTM Nieuws.
Slide 9 - Diapositive
Wat is het doel van de workshop Vlaams?
A
de kloof tussen Nederlanders en Vlamingen verkleinen
B
misverstanden op het werk tussen Vlamingen en Nederlanders vermijden
C
Nederlanders die in Vlaanderen werken zich meer thuis laten voelen
D
Nederlanders vlot laten bestellen in Vlaamse horecazaken
Slide 10 - Quiz
ochtend
voormiddag
middag
namiddag
ochtend
voormiddag
namiddag
Slide 11 - Question de remorquage
Waar of niet waar? Het aanvragen is een formulering die behoort tot een sociolect.
A
waar
B
niet waar
Slide 12 - Quiz
Het woord interimkantoor wordt gebruikt in heel het taalgebied.
A
waar
B
niet waar
Slide 13 - Quiz
Lees de tekst over Nederlands en Vlaams
Slide 14 - Diapositive
Wat is de belangrijkste boodschap van de inleiding?
Slide 15 - Question ouverte
Vroeger was de regel: Belgisch-Nederlandse woorden zijn fout, maar dat is helemaal gedateerd. Leg in je eigen woorden uit.
Slide 16 - Diapositive
Er is helemaal niets mis met het vervlaamsen of verhollandsen van teksten.
akkoord
niet akkoord
Slide 17 - Sondage
Vul aan (België):
geld verdienen als ...
Slide 18 - Question ouverte
... in de wielen steken
Slide 19 - Question ouverte
... stijf houden
Slide 20 - Question ouverte
met je ... in de boter vallen
Slide 21 - Question ouverte
Gebruik het internet om de tabel verder in te vullen. Hoe klinken deze uitdrukkingen in Nederland?
Slide 22 - Diapositive
Slide 23 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Les 18: Meertaligheid
Mars 2023
- Leçon avec
32 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
Gladiatorenspelen
Juin 2022
- Leçon avec
36 diapositives
Geschiedenis
Secundair onderwijs
Panem et circenses
Mai 2022
- Leçon avec
26 diapositives
Latijn
Secundair onderwijs
Opfrissing meertaligheid
Septembre 2021
- Leçon avec
20 diapositives
Vakdidactiek Nederlands
Hoger onderwijs
Ontdek de Tijd van de Dag in het Frans!
Janvier 2024
- Leçon avec
13 diapositives
taal leren III
Septembre 2022
- Leçon avec
25 diapositives
NT2
Hoger onderwijs
Les 19 - Meertaligheid
Mars 2024
- Leçon avec
25 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
Meertaligheid 1a (om te delen)
Avril 2020
- Leçon avec
17 diapositives
Nederlands
Hoger onderwijs