Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Taalverzorging
meervoudsvorming en bijvoeglijke naamwoorden
Slide 1 - Diapositive
Meervoudsvorming
We kennen meervouden die eindigen op -en en meervouden die eindigen op een -s.
Er zijn ook woorden die een meervoud op zowel -en als -s hebben. Denk hierbij aan woorden als: seconde, ventilator, tractor en groente.
Slide 2 - Diapositive
Lesdoelen
Aan het eind van deze les:
- ken je de verschillende manieren om meervouden te vormen;
- kun je de juiste vorm van een bijvoeglijk naamwoord spellen.
Slide 3 - Diapositive
Andere meervouden
Niet alle meervouden houden zich aan deze regels:
- Sommige woorden hebben een 'dubbel meervoud' met -eren.
- Sommige woorden hebben een afwijkende meervoudsvorm (vaak wordt hierbij een tussenletter toegevoegd).
Slide 4 - Diapositive
Meervouden van leenwoorden
Leenwoorden uit het Latijn, Italiaans en Grieks houden hun oorspronkelijke meervoudsvorm, maar hier worden vaak Nederlandse meervoudsvormen bij gemaakt.
museum musea museums
index indices indexen
trauma traumata trauma's
cello celli cello's
Slide 5 - Diapositive
Opdracht
Schrijf de volgende woorden in je schrift en zet het meervoud erachter:
snoer
perzik
verlies
fotograaf
soepblik
epidemie
provincie
fotoalbum
haarspray
dominee
eikenblad
datum
timer
6:00
Slide 6 - Diapositive
Antwoorden
snoeren
perziken
verliezen
fotografen
soepblikken
epidemieën
provincies/provinciën
fotoalbums
haarsprays
dominees
eikenbladeren
data/datums
Slide 7 - Diapositive
Bijvoeglijke naamwoorden
Een bijvoeglijk naamwoord vertelt iets over (een eigenschap van) een zelfstandige naamwoord. Hierbij kan het gaan om kleur, vorm, leeftijd enzovoorts.
Een bijvoeglijk naamwoord heeft meestal een korte en een lange vorm. We gebruiken de korte vorm bij onzijdige woorden als het lidwoord 'een' wordt gebruikt. In alle andere gevallen gebruiken we de lange vorm.
Slide 8 - Diapositive
Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
Het bijvoeglijk naamwoord dat afgeleid is van het voltooid deelwoord is een bijzonder vorm. Hiervoor geldt één regel.
We schrijven het zo kort mogelijk op.
Hierbij letten we wel op de uitspraak...
Dus niet: de uitgepute atleet, maar de uitgeputte atleet.
Slide 9 - Diapositive
Het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
Het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord geeft aan van welk materiaal het zelfstandig naamwoord is gemaakt. Het stoffelijk naamwoord eindigt meestal op -en.
Dit geldt niet voor nieuwere stoffen, waarvan de naam vaak uit het Engels afkomstig is. Denk aan plastic bekertje, aluminium fietsframe enzovoorts.
Slide 10 - Diapositive
Trappen van vergelijking
'Gewone' bijvoeglijke naamwoorden staan in de stellende trap. We kunnen ze ook in de vergrotende en de overtreffende trap zetten.
Denk aan mooi, mooier, mooist; of: goed, beter, best.