‹Revenir à la recherche

Thema 3 - les 5 - de stam van een werkwoord

Schrijf een werkwoord op
1 / 30
suivant
Slide 1: Question ouverte
TaalBasisschoolGroep 5

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Schrijf een werkwoord op

Slide 1 - Question ouverte

lesdoel
Ik leer wat de stam van een werkwoord is.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Wat is het hele werkwoord en wat is de stam (ik-vorm)?
hele werkwoord
de stam (ik-vorm)
fietsen
haal
fiets
pak
halen
stappen
til
stap
pakken
worden
tillen
word

Slide 4 - Question de remorquage

werkwoord: fietsen
TT

Slide 5 - Question ouverte

werkwoord: stappen
TT

Slide 6 - Question ouverte

werkwoord: tillen
TT

Slide 7 - Question ouverte

werkwoord: halen
TT

Slide 8 - Question ouverte

Slide 9 - Diapositive

Wat is de stam (ik-vorm) van de zin?
TT

Slide 10 - Question ouverte

Wat is de stam (ik-vorm) van de zin?
TT

Slide 11 - Question ouverte

Wat is de stam (ik-vorm) van de zin?
TT

Slide 12 - Question ouverte

Wat is de stam (ik-vorm) van de zin?
TT

Slide 13 - Question ouverte

Wat is de stam (ik-vorm) van de zin?
TT

Slide 14 - Question ouverte

Wat is de stam (ik-vorm) van de zin?
TT

Slide 15 - Question ouverte

Wat is de stam (ik-vorm) van de zin?
TT

Slide 16 - Question ouverte

Wat is de stam (ik-vorm) van de zin?
TT

Slide 17 - Question ouverte

Werkwoord: hebben
TT
Ik ... met mijn vrienden een club opgericht.

Slide 18 - Question ouverte

Werkwoord: mogen
TT
Ik ... de sleutel bewaren.

Slide 19 - Question ouverte

Werkwoord: weten
TT
Ik ... al een leuke clubnaam.

Slide 20 - Question ouverte

Werkwoord: hopen
TT
Ik .... dat ik win!

Slide 21 - Question ouverte

Wat hoort bij elkaar?
niezen
vergeven
spelen
lachen
grinniken
oefenen
grinnik
lach
vergeef
oefen
nies
speel

Slide 22 - Question de remorquage

Maak een zelfstandig naamwoord van het werkwoord fietsen
de .........

Slide 23 - Question ouverte

Maak een zelfstandig naamwoord van het werkwoord vliegen
de .........

Slide 24 - Question ouverte

Maak een zelfstandig naamwoord van het werkwoord groeien
de .........

Slide 25 - Question ouverte

Maak een zelfstandig naamwoord van het werkwoord strijden
de .........

Slide 26 - Question ouverte

Welk werkwoord (de ik-vorm) pas in deze zin?
In de zomer ......... ik graag met mijn vrienden.

Slide 27 - Question ouverte

aan het werk
TAALBLOBS

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Wat is het voegwoord?
Ga je mee voetballen of ga je liever televisie kijken?
A
je
B
liever
C
of
D
televisie

Slide 30 - Quiz

Plus de leçons comme celle-ci

Via Vooraf - Spelling en grammatica

- Leçon avec 25 diapositives
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 3

Spelling persoonsvorm in de tt

- Leçon avec 36 diapositives
Steunles spellingMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

1F/2F Thema 1 H6 Taalverzorging

- Leçon avec 38 diapositives

thema 5 - H2 - Spelling en grammatica - les 1

- Leçon avec 25 diapositives
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 3

naamwoordelijk gezegde en spelling

- Leçon avec 43 diapositives
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

2.8 Spelling Talent vmbo-kgt klas 2

- Leçon avec 32 diapositives
NederlandsMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 1,2

2.8 Spelling Talent vmbo-kgt klas 2

- Leçon avec 29 diapositives
NederlandsMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 1,2

2) HAVO 2 - WERKWOORDSPELLING - PVVT - VD - OD AANPASSEN

- Leçon avec 35 diapositives
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3