2.2 DNA en specialisatie van cellen

2.2 DNA en specialisatie van cellen
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 27 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

2.2 DNA en specialisatie van cellen

Slide 1 - Diapositive



Leerdoelen:
  • Ik ken de verschillen in bouw tussen DNA en RNA.
  • Ik kan de code vertalen van een stukje DNA via RNA naar aminozuren en andersom.
  • Ik kan de gevolgen van verschillende typen mutaties in het DNA voorspellen.
  • Ik kan de verschillende stappen van de celcyclus beschrijven.
  • Ik kan beschrijven hoe cellen met hetzelfde DNA kunnen verschillen in vorm en functie.

Slide 2 - Diapositive

Organisme

Orgaanstelsel

Orgaan

Weefsel

Cellen

Slide 3 - Diapositive

Verschillende weefsels bestaan uit verschillende gespecialiseerde cellen. 

Slide 4 - Diapositive

Celdifferentiatie/celspecialisatie:

Slide 5 - Diapositive

Celdifferentiatie/celspecialisatie:
Verschillende cellen maken verschillende eiwitten.
 
Functies eiwitten binnen en buiten de cel, onder andere:

  • bouwstoffen
  • brandstof
  • regelstof (hormoon)
  • enzym (versnelling reactie)
  • transport van stoffen
  • stollingsfactoren
  • afweerstoffen
  • recepteren (communicatie tussen cellen)

Er bestaan zo'n 30.000 verschillende eiwitten in het menselijk lichaam. Hierdoor kunnen veel verschillende cellen bestaan.

Slide 6 - Diapositive

Eiwitten bestaan uit aminozuren
Er bestaan 20 verschillende  aminozuren.  Hiermee kunnen zeer veel verschillende aminozuurketens gemaakt worden. Deze kunnen op veel verschillende manieren gevouwen worden wat zorgt voor verschillende eiwitten
Binas 67H
Aminozuurketen

Slide 7 - Diapositive

Het DNA in de celkern bepaalt welke eiwitten gemaakt worden. Hiermee bepaalt het DNA dus het celtype

Elke cel heeft hetzelfde DNA: 46 lange DNA-moleculen met de genetische code voor de eiwitten.

Slide 8 - Diapositive

Binas tabel 71C
DNA heeft de bouw van een 'gedraaide touwladder' (helix). 

Zijkanten 'touwladder': suiker (deoxyribose) en fosfaat.
Treden 'touwladder': 2 stikstofbasen (Adenine, Cytosine, Guanine of Thymine)

Combinaties: A-T of C-G




Slide 9 - Diapositive

Gen = een stukje DNA dat codeert voor één eiwit. 
Een gen bestaat uit duizenden basenparen. 
Menselijk DNA bevat ongeveer 23.000 genen. 


eiwit

Slide 10 - Diapositive

Stap 1: Het DNA opent op de plek van het gen. 

Stap 2: een RNA-molecuul wordt gemaakt langs één DNA-streng.

Stap 3: Het RNA verlaat de kern en gaat naar een ribosoom

Stap 4: De ribosoom leest de code en koppelt de juiste aminozuren aan elkaar. 
Van DNA naar eiwit

Slide 11 - Diapositive

Stap 1 en 2: 
RNA-molecuul

Slide 12 - Diapositive

In plaats van Thymine (T) heeft RNA Uracil (U). Dus tegenover een A komt een U. 

Slide 13 - Diapositive

De code in het RNA bestaat uit codons: drie opeenvolgende basenparen.

Elk codon hoort bij een bepaald aminozuur.
Binas tabel 71G





AUG = startcodon. Codeert voor het aminozuur Methionine.

Slide 14 - Diapositive

De code in het RNA bestaat uit codons: drie opeenvolgende basenparen.

Elk codon hoort bij een bepaald aminozuur.
Binas tabel 71G





AUG = startcodon. Codeert voor het aminozuur Methionine.

Slide 15 - Diapositive

Stap 4: 
vertaling door ribosoom
RNA
aminozuren

Slide 16 - Diapositive

Van DNA naar eiwit

Slide 17 - Diapositive

Specialisatie van cellen = celdifferentiatie =
het veranderen van een cel wat betreft vorm en functie

Door het 'aan' en 'uitzetten' van bepaalde genen. 

Aan: vorming eiwit
Uit: geen vorming eiwit

Informatie hiervoor in 99% van het DNA dat geen genen bevat.



Slide 18 - Diapositive

Puntmutatie:
verandering in één basenpaar

Slide 19 - Diapositive

Door een kleine mutatie kan een eiwit sterk veranderen. 
Cys
stopcodon

Slide 20 - Diapositive

Genoommutatie:
Aantal DNA-moleculen in de celkern gewijzigd. 

Slide 21 - Diapositive

G1-fase: celgroei en eiwitsynthese.
S-fase: DNA verdubbelt zich
G2-fase: celgroei, synthese eiwitten en organellen. 
M-fase (mitose): celkerndeling, het DNA wordt verdeeld in 2 identieke delen.

Slide 22 - Diapositive

Tijdens de S-fase wordt het DNA verdubbeld (replicatie)

De strengen gaan uiteen door verbreking van de verbindingen tussen de stikstofbasen. 

Nieuwe stikstofbasen binden zich aan de oude strengen, samen met een suikermolecuul en een fosfaatgroep (zijkanten touwladder).

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Vidéo

Slide 27 - Diapositive