Spreken week 3

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Welkom

17 mei 2021

Spreken

Vandaag

Les 3 

Doel en publiek bereiken

Wanneer je iets vertelt, dan heb je een bepaald spreekdoel. 

Er zijn verschillende spreekdoelen.

Welke spreekdoelen ken jij?

• Amuseren: een aansprekend verhaal vertellen
  
• Informeren: feiten geven in plaats van meningen
  
• Instrueren: uitleg in stappen
  
• Overtuigen: mening geven met argumenten

• Je kunt spreekdoelen herkennen door tijdens het gesprek te letten op signalen. 
• Geeft de spreker vooral feiten (informeren) of geeft hij zijn standpunt en argumenten (overtuigen)?

Wat zijn de spreekdoelen
van Pieter Derks?

Wie is je publiek?

Je moet je boodschap ook afstemmen op je publiek.

Waar let je op als je een
boodschap afstemt op je publiek?

Je stemt je boodschap af op je publiek door te letten op de volgende punten: 

• Voorkennis: wat weet het publiek al over dit onderwerp?
  
• Interesse: wat zouden ze graag willen weten?
  
• Voorbeelden: welke voorbeelden spreken dit publiek aan?
  
• Taalgebruik: spreek een onbekend publiek altijd met ‘u’ aan, ook als het leeftijdsverschil klein is. Vind je dat onnatuurlijk? Vraag dan toestemming om te tutoyeren (jij- en je zeggen).

Wat is het verschil tussen
formele en informele taal?

In een persoonlijk gesprek gebruik je informele taal (spreek aan met ‘je’ en ‘jij’). 

Als je gesprek een zakelijk doel heeft, pas dan de woordkeus aan en gebruik formele taal (spreek aan met ‘u’, ‘meneer/mevrouw’).

Huiswerk: De overtuigende verkoper 

Kies een willekeurig voorwerp dat voorhanden ligt (stift, bel, stoel, mobiel). Maak een filmpje om dit voorwerp te ‘verkopen’. Je neemt drie minuten om je verkoopgesprek voor te bereiden. Let op humor en originaliteit, je presentatie is het belangrijkste bij deze opdracht. Lever je filmpje uiterlijk…. in via de opdracht in Teams. Laat in het filmpje duidelijk je spreekdoel zien en voor welk publiek het bedoeld is.