3.2

• Economie
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 4

Productiefactoren

Alles wat je nodig hebt, kun je indelen in de volgende productiefactoren:

Kapitaal

Arbeid

Natuur

Ondernemerschap

Primaire inkomens (worden verdiend in het productieproces)

• rente /huur      voor productiefactor Kapitaal(goederen)
• loon.                    voor productiefactor Arbeid


• pacht.                 voor productiefactor Natuur               
• winst.                  voor productiefactor Ondernemerschap

ezelsbrug: productiefactoren= KANO

Consumentenprijs

Van Inkoopprjis naar consumentenprijs

inkoopprijs                                            € .........

Brutowinstopslag                              € .............        +

Verkoopprijs excl btw                      €................

BTW                                                          €...............        +

Consumentenprijs                             €................

Kapitaalintensief vs Arbeidsintensief

Kapitaalintensief

Arbeidsintensief

Afzet & omzet 

Het aantal producten dat je verkocht hebt, is de afzet.

Het totaalbedrag dat je met de verkopen ontvangt, is de omzet.

Berekening omzet = afzet x verkoopprijs

Brutowinst

Het verschil tussen de omzet en de inkoopwaarde van de omzet.

Omzet - inkoopwaarde = brutowinst

Hoe bereken je de nettowinst?

Omzet

- Inkoopwaarde van de omzet

Brutowinst

- Bedrijfskosten

Nettowinst

Arbeidsproductiviteit

Wat een persoon kan produceren in een bepaalde tijd

Formule voor arbeidsproductiviteit

Productie : gewerkte tijd = arbeidsproductiviteit

Schrijf dit op

Arbeidsproductiviteit

Productie : gewerkte tijd

Zie voorbeeld hiernaast

Arbeidsproductiviteit verhogen

• Scholing
• Prestatiebeloning
• Betere arbeidsverdeling / specialisatie
• Technologische ontwikkelingen

       (automatisering) 

Voorbeeld opdracht

In de woonplaats van Peter wordt op Koningsdag van

 10:00 uur tot 18:00 uur een braderie gehouden.

 Voor die dag huurt Peter een popcornkraam.

 Aan huur betaalt hij:

 - voor het eerste uur: € 175

 - voor elk volgend uur: € 40.

 Een vergunning van de gemeente kost hem € 125, inclusief stroomvoorziening.

 Hij koopt de pofmaïs in voor in totaal € 150.

 Peter verkoopt die dag 480 porties popcorn voor € 2,- per portie.

 Bereken voor Peter de brutowinst en het nettoresultaat op die dag.

Maken

blz 78 + 79 

opdracht 13 t/m 17

10 min