CR Sinterklaas

• Basisschool

Sinterklaas

Sessie 1

Wat zegt de tekst?

Nummer de tekst

We gaan de tekst lezen.

Waar gaat de tekst over?
Bespreek dit eerst met je schoudermaatje.

Over wie gaat de tekst? Hoe weet je dat? Bespreek dit met je oogmaatje.

Je weet nu dat tekst gaat over een vader en een kind.
Kleur alles wat door het kind gezegd wordt groen en door de vader blauw. 

Wat voor soort tekst is dit? Waar herken je dit aan? Bespreek het in je team.

Welke titel zou jij deze tekst geven? Waarom? Bespreek het met je schoudermaatje en schrijf de titel op. 

Sessie 2

Hoe wordt het in de tekst gezegd?

Luister nogmaals naar het lied.

Tijdens het luisteren zet je een rondje om woorden die je niet goed begrijpt of die onduidelijk zijn. 

Hoe kun je aantonen in de tekst dat de vader altijd boos wordt (alinea 1)? Kleur dit rood. 

In alinea 3 staat 'geen geldboom in mijn tuin'. Wat betekent dit?

In alinea 3 staat ook 'negatief fortuin'. Wat betekent dit?

'Bankbiljetten groeien op mijn rug' (alinea 3). Wat betekent dit?

'Meestal vang ik bot'.
Wat betekent dit in alinea 3?

In alinea 7 staat 'niet meer gekeken op een cent'. Wat betekent dit?

Wat wordt er bedoeld met 'Ik ben toch zeker Sinterklaas niet!'?
Bespreek dit eerst in je team.

Sessie 3

Wat is de diepere betekenis van de tekst?

Waarom zou vader 'altijd boos' reageren? Vind je het terecht dat vader zo reageert? Waarom wel/niet? Bespreek het met je oogmaatje. 

Wie wordt er in het lied bedoeld met Sinterklaas?

Dit kind zegt dat hij 'kleine wensen heeft' (alinea 4). Ben jij het daarmee eens? Waarom? Bespreek het in je team. 

Zou dit kind nog een leuke Sinterklaas/5 december hebben? Waarom wel/niet?

Hoe zou jij reageren? Ben je het eens met vader of zou jij het anders doen?

Extra opdracht:

Pas de tekst zo aan dat er cadeautjes in staan van nu. Zorg wel dat het op de maat van de muziek past.