1.2 Kernbegrippen bij maatschappijleer

3BK Wat is maatschappijleer?
Introductie
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

3BK Wat is maatschappijleer?
Introductie

Slide 1 - Diapositive

Planning
  • Leerdoelen
  • Terugblik
  • Uitleg 
  • Reflectie
  • Huiswerk

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen 
Aan het eind van deze les kan je:
De volgende begrippen uitleggen;
- Waarden
- Normen
- Belang
- Macht
- Burgerschap


    Slide 3 - Diapositive

    Wat is een gedragsregel?
    A
    Je stopt voor rood licht
    B
    Je hebt goede verlichting op je fiets
    C
    Je mag geen alcohol kopen
    D
    Je eet met mes en vork

    Slide 4 - Quiz

    Maatschappijleer gaat over...
    A
    Actuele onderwerpen
    B
    Hoe we samenleven
    C
    Hoe problemen opgelost worden
    D
    Media, politiek en criminaliteit

    Slide 5 - Quiz

    Wat is een voorbeeld van een wetsregel?
    A
    Na toiletbezoek je handen wassen
    B
    Geen afval op straat gooien
    C
    Op de buitendeuren moeten goede sloten zitten
    D
    In restaurants geef je een fooi

    Slide 6 - Quiz

    In dit hoofdstuk
    • Kernbegrippen.
    • Waarden en normen.
    • Belangen.
    • Macht.
    • Burgerschap

    Slide 7 - Diapositive

    Kernbegrippen
    Het vak maatschappijleer gebruikt kernbegrippen om de verschillen in de samenleving te begrijpen.

    Het zijn:
    • Waarden en normen.
    • Belangen.
    • Macht.


    Slide 8 - Diapositive

    Waarden en normen
    Waarden zijn principes die je belangrijk vindt in het leven.
    Voorbeelden van waarden zijn: eerlijkheid en vriendschap.
    Uit waarden volgen altijd bepaalde normen.

    Normen zijn regels over hoe jij en anderen zich moeten gedragen.




    Slide 9 - Diapositive

    Waarden en normen
    Waarde
    Vriendschap
    Norm
    Een echte vriend laat je niet in de steek.
    Waarde
    Respect
    Norm
    Niet pesten




    Slide 10 - Diapositive

    Basiswaarden
    In de Nederlandse maatschappij staan drie waarden centraal en noemen we basiswaarden:
    • Vrijheid: Je mag je mening geven en zelf keuzes maken
    • Gelijkwaardigheid: alle inwoners hebben dezelfde rechten
    • Solidariteit: We houden rekening met elkaar en helpen elkaar als het nodig is

    Slide 11 - Diapositive

    Waarden en normen
    Sommige normen zijn opgenomen in wetten.
    Bijvoorbeeld: je mag je telefoon niet gebruiken
    tijdens het fietsen.


    Andere normen zijn ongeschreven regels.

    Bijvoorbeeld: je laat geen boer tijdens het eten.


    Slide 12 - Diapositive

    Slide 13 - Diapositive

    Belangen
    Een belang is het voordeel dat je ergens bij hebt.
    Jouw belang is bijvoorbeeld een lesrooster zonder tussenuren, want dan ben je eerder uit.
    Soms is er sprake van een belangentegenstelling: het belang van de één botst met het belang van de ander.
    De één wil bijvoorbeeld graag goedkoop vliegen, de ander wil vliegen juist duurder maken omdat het milieuvervuilend is.



    Slide 14 - Diapositive

    Macht
    Macht is de mogelijkheid om het gedrag van anderen te beïnvloeden.
    Je ouders hebben macht over jou: ze kunnen je verbieden om met vrienden op vakantie te gaan.
    Ook de overheid heeft macht: zij maakt wetten met regels waar jij je aan moet houden.








    Slide 15 - Diapositive

    Wie heeft macht?

    Slide 16 - Carte mentale

    Slide 17 - Vidéo

    Welke machtsmiddelen hebben influencers?

    Slide 18 - Carte mentale

    Sociale ongelijkheid 

    Sociale ongelijkheid: niet iedereen heeft dezelfde kansen in de samenleving. 


    Slide 19 - Diapositive

    Slide 20 - Vidéo

    Sociale ongelijkheid

    Slide 21 - Diapositive

    Wat is een voorbeeld van een waarde?
    A
    Hardlopen
    B
    Koffie drinken
    C
    Eerlijkheid
    D
    Naar muziek luisteren

    Slide 22 - Quiz

    Welke van de volgende is een voorbeeld van een norm?
    A
    Een film kijken.
    B
    Niet voordringen in de rij.
    C
    Een boek lezen.
    D
    Een dieet volgen.

    Slide 23 - Quiz

    Wat houdt gelijkwaardigheid in binnen de Nederlandse samenleving?
    A
    Sommige mensen hebben meer rechten.
    B
    Alleen volwassenen hebben rechten.
    C
    Alle inwoners van Nederland hebben dezelfde rechten.
    D
    Iedereen verdient hetzelfde salaris.

    Slide 24 - Quiz

    Wat is macht?
    A
    Beïnvloeden wat iemand voor waarde en normen heeft
    B
    Geweld en geld
    C
    Beïnvloeden wat iemand doet en denkt
    D
    Jouw baan en overtuigingskracht

    Slide 25 - Quiz

    Sociale ongelijkheid is...?
    A
    De één is beter dan de ander
    B
    Niet iedereen heeft gelijke kansen
    C
    Mannen kunnen meer dan vrouwen
    D
    Kinderen hoeven nog niet te werken

    Slide 26 - Quiz

    Huiswerk 

    Je hebt de opdrachten van 1.2 gemaakt in je werkboek 


    Slide 27 - Diapositive