Spreekvaardigheid (leerjaar 1)

Spreekdoelen
Een presentatie kan verschillende spreekdoelen hebben: 
  • informeren
    informatie overbrengen
  • instrueren
    een instructie/uitleg geven
  • overtuigen
    iemand op een andere mening proberen te brengen
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Spreekdoelen
Een presentatie kan verschillende spreekdoelen hebben: 
  • informeren
    informatie overbrengen
  • instrueren
    een instructie/uitleg geven
  • overtuigen
    iemand op een andere mening proberen te brengen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Je houdt een presentatie over schietincidenten in de VS. Je legt de situatie uit en pleit voor een wapenverbod.
Wat is je spreekdoel?
A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen

Slide 2 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een verzekeringsadviseur bezoekt een klant om te vertellen welk product hij het beste kan kopen.
Wat is zijn spreekdoel?
A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een systeembeheerder legt uit hoe zijn collega's aan de slag kunnen met de nieuwste versie van Outlook.
Wat is zijn spreekdoel?
A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij de opening van een nieuw treinstation houdt een politicus een toespraak over het belang van openbaar vervoer.
Wat is zijn spreekdoel?
A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een NOS-presentatrice brengt nieuws over een overstroming.
Wat is haar spreekdoel?
A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Stel je gaat een INFORMERENDE presentatie geven over je opleiding.
Wat zou je kunnen vertellen?

Slide 7 - Carte mentale

Bijvoorbeeld: 
  • de vakken die je volgt
  • de stagemogelijkheden
  • het beroep/de beroepen die je kunt uitvoeren na het voltooien van de opleiding
Stel je gaat een OVERTUIGENDE presentatie geven over je opleiding.
Wat zou je kunnen vertellen?

Slide 8 - Carte mentale

Bijvoorbeeld: 
  • Hoe gevarieerd de opleiding is; 
  • De goede sfeer op school; 
  • Hoe aardig de docenten zijn; 
  • Goed baanperspectief; 
  • Leuke lessen/leuke stages.
Formeel en informeel taalgebruik

We gebruiken het onderscheid formeel / informeel om naar het karakter van spreek- en schrijfsituaties te verwijzen. 
  • Formeel betekent dan 'zakelijk, officieel, tot het publieke domein behorend', 
  • informeel 'niet-zakelijk, ongedwongen, tot de privésfeer behorend'.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Je houdt een presentatie over schietincidenten in de VS. Je legt de situatie uit en pleit voor een wapenverbod.
Is de presentatie formeel of informeel?
A
Formeel
B
Informeel

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een verzekeringsadviseur bezoekt een klant om te vertellen welk product hij het beste kan kopen.
Is de presentatie formeel of informeel?
A
Formeel
B
Informeel

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een systeembeheerder legt uit hoe zijn collega's aan de slag kunnen met de nieuwste versie van Outlook.
Is de presentatie formeel of informeel?
A
Formeel
B
Informeel

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij de opening van een nieuw treinstation houdt een politicus een toespraak over het belang van openbaar vervoer.
Is de presentatie formeel of informeel?
A
Formeel
B
Informeel

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een NOS-presentatrice brengt nieuws over een overstroming.
Is de presentatie formeel of informeel?
A
Formeel
B
Informeel

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Feedbackformulier

Op ItsLearning staat een feedbackformulier. 
Vanaf volgende les gaat er iedere Nieuwsflash! feedback gegeven worden. 
2 personen per presentator vullen het feedbackformulier in. 

Slide 15 - Diapositive

Download het formulier van ItsLearning en bespreek met het de studenten. 
  • Hoe vul je dit formulier in?
  • Waar moet je als feedbackgever dan op letten?