Herhaling Thema bloedsomloop BS 1 t/m 6

Thema 9
Hart en Bloedvaten
1 / 50
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 50 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Thema 9
Hart en Bloedvaten

Slide 1 - Diapositive

Vandaag:
  • Opfrissen/ herhalen kennis ; 30 vragen
  • Zelfstandig werken 

Slide 2 - Diapositive

Alles draait om energie!

Slide 3 - Diapositive

nr 4
nr 8
rode bloedcellen
bloedplasma
vaste bestanddelen
water

Slide 4 - Question de remorquage

Welke van deze 'onderdelen' van bloed hoort bij de VASTE bestanddelen?
A
Water
B
Bloedplaatjes
C
Plasma-eiwitten
D
Opgeloste stoffen

Slide 5 - Quiz

Samenstelling
  • Bloedcellen:
    - Rode bloedcellen
    - Witte bloedcellen
    - Bloedplaatjes
  • Bloedplasma (=serum)
    - Plasma-eiwitten
    - Water
    - Opgeloste stoffen

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Waarmee zou jij Barbapapa het
beste kunnen vergelijken?
A
Rode bloedcel
B
Witte bloedcel
C
Bloedplaatje
D
Hemoglobine

Slide 8 - Quiz

Wat is de belangrijkste taak van de witte bloedcellen?
A
Zuurstof vervoeren
B
Ziekteverwekkers doden
C
Bloed laten stollen

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Diapositive

Welke bloedcellen hebben geen celkern?
A
rode bloedcellen
B
witte bloedcellen
C
rode bloedcellen en witte bloedcellen
D
witte bloedcellen en bloedplaatjes

Slide 11 - Quiz

Wat is de belangrijkste taak van de rode bloedcellen?
A
Vervoeren van zuurstof
B
Ziekteverwekkers doden
C
Bloed laten stollen

Slide 12 - Quiz

Welke kleur heeft zuurstofarm bloed?
Kies het beste antwoord
A
Blauw
B
Rood
C
Lichtrood
D
Donkerrood

Slide 13 - Quiz

Iemand met bloedarmoede heeft te weinig...
A
Zuurstof
B
Voedingsstof
C
Hemoglobine
D
Bloed

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Diapositive

Zijn bloedplaatjes hele cellen?
A
ja
B
nee

Slide 16 - Quiz

Welke functie hebben bloedplaatjes?
A
Zuurstof vervoeren
B
Bacteriën doden
C
Bloedstolling

Slide 17 - Quiz

Bloedcellen
Rode bloedcel: zuurstof
Witte bloedcel: afweer
Bloedplaatjes : stolling

Slide 18 - Diapositive

Je ziet hier een afbeelding van het hart. Nummer 1 is ...
A
de rechter hartkamer
B
de rechter boezem
C
de linker hartkamer
D
de linkerboezem

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Diapositive

Hoe wordt de bloedsomloop van de mens genoemd?
A
Enkele bloedsomloop
B
Vissenbloedsomloop
C
Dubbele bloedsomloop
D
Achtvormige bloedsomloop

Slide 21 - Quiz


A
Kleine bloedsomloop
B
Grote bloedsomloop

Slide 22 - Quiz


A
Kleine bloedsomloop
B
Grote bloedsomloop

Slide 23 - Quiz

Hoort nummer 1 bij de grote of de kleine bloedsomloop?
A
kleine bloedsomloop
B
grote bloedsomloop

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Diapositive

Wat gebeurd er tijdens de hartslag in 3 fases? Sleep de juiste omschrijving naar de juiste hartfase.
Boezems trekken samen
Hartpauze
Kamers trekken samen

Slide 26 - Question de remorquage

De hartslag 

Slide 27 - Diapositive

Hoe noemen we deze bloedvaten?
A
slagaders
B
aders
C
haarvaten

Slide 28 - Quiz

Welke bloedvaten hebben de dikste wand?
A
slagaders
B
aders
C
haarvaten

Slide 29 - Quiz

Een bloedvat loopt van het hart weg. Dit is een...
A
Slagader
B
Ader
C
Haarvat
D
Dit kan alle soorten bloedvaten zijn

Slide 30 - Quiz


A
1. slagader 2. haarvat 3. ader
B
1. haarvat 2. slagader 3. ader
C
1. ader 2. haarvat 3. slagader
D
1. ader 2. slagader 3. haarvat

Slide 31 - Quiz

Slide 32 - Diapositive

In welke volgorde stroomt het bloed?
A
Slagader - haarvaten- ader
B
haarvaten - ader - slagader
C
Ader - haarvaten - slagader
D
Slagader - ader - haarvaten

Slide 33 - Quiz

Hoe heet de dikke
rode slagader?
A
Holle ader
B
Hart slagader
C
Aorta
D
Lonsslagader

Slide 34 - Quiz

Welk bloedvat leidt bloed NAAR de lever?
A
Lever-ader
B
Lever-slagader
C
Nier-ader
D
Been-slagader

Slide 35 - Quiz

 naamgeving bloedvaten
  • Slagaders: stroomt naar orgaan. zuurstofrijk. Bijv. maagslagader.
  • Aders: stroomt van orgaan weg. zuurstofarm. Bijv. maagader. 
  • Haarvaten: om welk orgaan ze zitten.
Uitzonderingen: 
  • longslagader (= zuurstofarm) & longader(= zuurstofrijk)
  • Aorta (=zuurstofrijk)
  • Poortader (=zuurstofarm) tussen lever en darmen in.(darmader bestaat dus niet!)
  • Onderste & bovenste holle ader (=zuurstofarm) 

Slide 36 - Diapositive

Welk bloedvat raakt verstopt tijdens een hartinfarct?
A
Aorta
B
Kransslagader
C
Poortader
D
Haarvat

Slide 37 - Quiz

Slide 38 - Diapositive

Slide 39 - Diapositive

Slide 40 - Diapositive

Wat bevindt zich op plaats P?
A
bloed
B
lymfe
C
weefselvloeistof

Slide 41 - Quiz

Lymfe ontstaat doordat bloedplasma eerst
A
lymfe wordt en daarna weefselvloeistof
B
weefselvloeistof wordt en daarna lymfe

Slide 42 - Quiz

Slide 43 - Diapositive

Waar bevinden witte bloedcellen zich in het lichaam?
A
Alleen in bloed
B
Alleen in weefselvloeistof
C
In bloed en weefselvloeistof
D
In bloed, lymfe, weefselvloeistof

Slide 44 - Quiz

Zitten in weefselvloeistof voedingsstoffen en afvalstoffen?
A
Ja
B
Nee

Slide 45 - Quiz

Lymfevaten bevatten net als aders kleppen.
A
juist
B
onjuist

Slide 46 - Quiz

Hoe heet de plaats waar een aantal lymfevaten samenkomen?
A
lymfeklier
B
lymfe
C
lymfevat
D
lymfknoop

Slide 47 - Quiz

Wat is de functie van een lymfeknoop?
A
Lymfe verzamelen
B
Lymfe zuiveren
C
Lymfe afbreken
D
Lymfe opnemen

Slide 48 - Quiz

Lymfevatenstelsel
  • Lymfevatenstelsel =
    - lymfevaten
    - lymfeknopen
    - (rechterlymfestam en borstbuis)
  • Lymfeknoop/klier: lymfevaten komen hier bij elkaar.
  • Lymfe uiteindelijk weer terug in het bloed d.m.v. de rechterlymfestam en de borstbuis die gekoppeld zitten aan de bovenste holle ader.

Slide 49 - Diapositive

lymfeknoop
Zuiveren de lymfe van ziekteverwekkers

Witte bloedcellen worden geboren in het rode beenmerg, maar krijgen hun 'opleiding' in o.a de lymfeknoop.

Slide 50 - Diapositive