Les 3 - objectief en subjectief observeren

Observeren
Les 3
Objectief en subjectief observeren
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
WelzijnMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 29 diapositives, avec diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Observeren
Les 3
Objectief en subjectief observeren

Slide 1 - Diapositive

Vorige keer
Waarnemen, signaleren, interpreteren

Slide 2 - Diapositive

Vandaag
Objectief en subjectief observeren
Valkuilen
Halo en horn effect

Slide 3 - Diapositive

Invloed op je observatie
  • De gemoedstoestand van de ander
  • Jouw eigen gemoedstoestand
  • Omgevingsfactoren
  • Wat je van de ander vindt
  • Culturele factoren
  • Emotionele betrokkenheid
  • Halo en horn effect



Slide 4 - Diapositive

Aardig gevonden worden
60% van de mensen wil graag aardig gevonden worden
- Hoe kom ik over?
- Wat vinden anderen van mij?
- Hoe zie ik eruit?

Slide 5 - Diapositive

Gevolg
Altijd stress, spanning en piekeren

Slide 6 - Diapositive

Calimero syndroom
  • Altijd gespannen zijn
  • Continu piekeren over wat ze moeten zeggen of juist niet zeggen
  • Alleen maar bezig zijn met zichzelf staande te houden
  • Niet meer de positieve dingen van zichzelf en de ander kunnen zien.
  • Het lastig vinden om voor zichzelf op te komen.
  • Confrontaties uit de weg gaan die soms hard nodig zijn, bijvoorbeeld op het werk.
  • En vaak zichzelf niet aardig vinden

Slide 7 - Diapositive

  • Als je altijd maar bezig bent met aardig gevonden willen worden, dan kost dat heel veel energie.
  • Je bent namelijk in elke situatie bezig je aan te passen aan de ander, als een kameleon die van kleur verandert.
  • Je gedraagt je zoals jij denkt dat de ander jou wil zien doen en zegt de dingen waarvan jij denkt dat de ander wil horen

Slide 8 - Diapositive

Vindt jij iedereen aardig?
Waar hangt dat vanaf?

Slide 9 - Diapositive

Halo-effect
Als je één positieve eigenschap hebt, gaat de omgeving er vanuit dat je er wel meerdere zal hebben (we willen dus graag aardig gevonden worden!)

Wat zou dan het horn-effect zijn?

Slide 10 - Diapositive

Horn-effect
Als je één negatieve eigenschap bij de ander opmerkt, verandert dat meteen je kijk op de ander. Je bent dan niet meer goed in staat om de negatieve eigenschappen te zien

Slide 11 - Diapositive

Link naar observeren
Hoe je gebeurtenissen interpreteert, is erg persoonlijk. Bij observeren kun je dezelfde situatie volledig anders waarnemen dan je collega. Dat komt omdat je de werkelijkheid om je heen altijd subjectief, gekleurd, waarneemt. Daarom is het belangrijk dat je je bewust bent van de invloeden van buitenaf en van je eigen emoties.

Slide 12 - Diapositive

Objectief observeren
Uitgaan van feiten
Je laat je eigen interpretaties en emoties buiten beschouwing

Slide 13 - Diapositive

Opdracht: filmpje kijken
Observeer het kind in het volgende filmpje
Schrijf op wat je ziet
Trek je conclusies

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Nabespreken
Wat heb je opgeschreven?
Is jouw observatie objectief of subjectief?

Slide 16 - Diapositive

Emotionele betrokkenheid
Soms ben je emotioneel betrokken bij een kind of jongere die je observeert. Het kan zijn dat je té betrokken raakt bij een kind of jongere. Doordat je je zo betrokken voelt bij die ander, bestaat het gevaar dat je waarneming subjectief wordt.

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Vooroordelen
Beïnvloeden jouw mate van objectiviteit 

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Vidéo

Wat denk je nu over deze meiden?

Slide 21 - Diapositive

Projectie
Bij projectie zie je eigenschappen en ideeën van jezelf in de ander. Je projecteert eigenschappen van jezelf op het kind dat je observeert. Je geeft dan jouw eigen gedachten, gevoelens, verlangens en eigenschappen aan dat kind. Als je projecteert zie je de ander niet als een uniek individu. Daardoor kun je gedrag zien dat er helemaal niet is, of je geeft een verkeerde betekenis aan gedrag.

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Ervaring
Het maakt uit hoeveel ervaring je hebt met observeren. Als je vaker observeert, bouw je meer routine op. Sommige dingen vallen je daardoor eerder op. Je hebt minder tijd nodig om gedrag te herkennen en te begrijpen. Dit is fijn, maar het kan ook een nadeel zijn.

Een bijzondere vorm van die ervaring is beroepssocialisatie. Door kennis en ervaring ga je de werkelijkheid met een beroepsblik zien. Je neemt op een manier waar die je in je studie en in de praktijk hebt geleerd. Je hebt dan een bepaald kader over mensen en over doelgroepen. Je bekijkt iemand aan de hand van dat kader en ziet vooral kenmerken die daarin passen.

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Dus
Wees nederig
Wees objectief
Blijf uit oordelen
Vraag zo nodig een collega erbij

Slide 26 - Diapositive

Kijken: Supernanny
Schrijf objectief op wat je ziet

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Lien

Nabespreken
Wat heb je opgeschreven?

Slide 29 - Diapositive