week 1 les 1
typ het woord dat je hoort
1 / 24
La durée de la leçon est: 15 minÉléments de cette leçon
typ het woord dat je hoort
Slide 1 - Question ouverte
typ het woord dat je hoort
Slide 2 - Question ouverte
typ het woord dat je hoort
Slide 3 - Question ouverte
typ het woord dat je hoort
Slide 4 - Question ouverte
typ het woord dat je hoort
Slide 5 - Question ouverte
typ het woord dat je hoort
Slide 6 - Question ouverte
typ het woord dat je hoort
Slide 7 - Question ouverte
typ het woord dat je hoort
Slide 8 - Question ouverte
typ het woord dat je hoort
Slide 9 - Question ouverte
antwoorden
t.t. ik........
t.t. ik........
Slide 10 - Question ouverte
antwoorden
t.t. ........jij?
t.t. ........jij?
Slide 11 - Question ouverte
antwoorden
t.t. Kees........
t.t. Kees........
Slide 12 - Question ouverte
ontleden
t.t. ik...........
t.t. ik...........
Slide 13 - Question ouverte
ontleden
t.t............jij?
t.t............jij?
Slide 14 - Question ouverte
ontleden
t.t Kees............
t.t Kees............
Slide 15 - Question ouverte
bereiden
t.t. ik........
t.t. ik........
Slide 16 - Question ouverte
bereiden
t.t. .......jij?
t.t. .......jij?
Slide 17 - Question ouverte
bereiden
t.t. Kees.......
t.t. Kees.......
Slide 18 - Question ouverte
berispen
Waarom..........je vader Kareltje?
Waarom..........je vader Kareltje?
Slide 19 - Question ouverte
Beven
..........hij van de angst of van de kou?
..........hij van de angst of van de kou?
Slide 20 - Question ouverte
slachten
v.t. Opa........het konijn.
v.t. Opa........het konijn.
Slide 21 - Question ouverte
denken
v.t.........je nu echt dat ik die verhalen geloof?
v.t.........je nu echt dat ik die verhalen geloof?
Slide 22 - Question ouverte
versturen
v.d. Ik heb..........
v.d. Ik heb..........
Slide 23 - Question ouverte
hinniken
v.d. Het paard heeft.........
v.d. Het paard heeft.........
