herhaling H.2 grieken en romeinen

H.2 de Grieken en Romeinen
paragraaf 1 t/m 6
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

H.2 de Grieken en Romeinen
paragraaf 1 t/m 6

Slide 1 - Diapositive

wat is een polis
A
een stad in de bergen
B
een stad met land eromheen
C
een stad in Griekenland
D
het bestuur van een stad of land

Slide 2 - Quiz

wat is de beste omschrijving van het begrip polis ?
A
een poleis
B
stadstaat
C
ander woord voor politiek
D
een stad in Griekenland

Slide 3 - Quiz

welke 2 soorten bestuur waren er rond 750 v.Chr in Griekenland
A
gewone burgers bestuurden
B
de rijken bestuurden
C
soldaten en boeren waren aan de macht
D
de koning was aan de macht

Slide 4 - Quiz

wanneer was het Romeinse rijk op zijn grootst?
A
201-133 v.Chr
B
44 v.Chr-14
C
133-44 v.Chr
D
14-117

Slide 5 - Quiz

wat bedoelen we met het woord democratie?
A
de koning is aan de macht
B
gewone burgers besturen
C
de rijken besturen
D
soldaten zijn aan de macht

Slide 6 - Quiz

om welke redenen begonnen de Grieken met handel in het Middellandse Zeegebied?
A
alleen in de bergdalen en langs de kust was vruchtbare grond
B
ze hadden goede schepen en voeren langs de kust
C
ze gingen op ontdekkingstocht
D
ze verkochten aardewerk, olijfolie en wijn en verdienden daar goed mee

Slide 7 - Quiz

wie was de God van de onderwereld?

Slide 8 - Question ouverte

wie was de God van de zee?

Slide 9 - Question ouverte

wat was volgens de Grieken het verschil tussen Goden en mensen?
A
goden waren niet verdrietig
B
goden hadden geen familie
C
goden hadden het eeuwige leven
D
goden beslisten niet over leven en dood

Slide 10 - Quiz

op welke 3 manieren vereerden de Grieken hun Goden?

Slide 11 - Question ouverte

noem 3 verschillen tussen de Olympische spelen van toen ( Griekse oudheid) en nu

Slide 12 - Question ouverte

wat past goed bij de Griekse wetenschap?
A
kennis verzamelen en nauwkeurig bestuderen
B
verklaringen zoeken in natuurverschijnselen
C
verklaringen zoeken in de verhalen over de Goden
D
verhalen verzamelen en goed bestuderen

Slide 13 - Quiz

wat onderzochten Griekse filosofen?
A
de mens
B
verhalen met verklaringen over natuurverschijnselen
C
wijsheid, wat goed en slecht is
D
de natuur zoals aardbevingen

Slide 14 - Quiz

750-500 v.Chr
500 v.Chr - 42 v.Chr
vanaf 27
koningen
keizers
republiek/rijke families heersen

Slide 15 - Question de remorquage

wat was GEEN voordeel van een Romeins beroepsleger?
A
soldaten kregen een goede training en een goede uitrusting
B
na 25 jaar dienst kregen ze een stuk land
C
soldaten werden betaald
D
soldaten kregen de overwinningsbuit als beloning

Slide 16 - Quiz

noem 2 dingen die keizer Augustus heel goed deed waardoor er rust en vrede in zijn rijk wa

Slide 17 - Question ouverte

wat namen de Romeinen NIET over van de Grieken?
A
latijn
B
vereren van dezelfde Goden
C
bouwen van gebouwen met zuilen
D
reken met romeinse cijfers

Slide 18 - Quiz

wat betekent Romanisering?

Slide 19 - Question ouverte

wat was GEEN voordeel van het Romeins burgerrecht?
A
ze waren verplicht om mee te vechten in het romeinse leger
B
ze betaalden minder belasting
C
ze mochten mee besturen
D
ze konden alleen gestraft worden met een rechtszaak

Slide 20 - Quiz

wat is een ander woord voor het geloof in meerdere goden?

Slide 21 - Question ouverte

onder welke keizer werd het christendom toegelaten in het Romeinse rijk? en welke keizer maakte het een de staatsgodsdienst?
A
Constantijn + Nero
B
Constantijn + Theodosius
C
Nero + Theodosius
D
Constantijn en Trajanus

Slide 22 - Quiz