DV1 les decimale getallen vermenigvuldigen

Decimale getallen les 2
Vermenigvuldigen
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
rekenenMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Decimale getallen les 2
Vermenigvuldigen

Slide 1 - Diapositive

Wat ga je leren?
Je kunt optellen en aftellen met decimale getallen.
Je kunt decimale getallen vermenigvuldigen met 10, 100 en 1000.
Je kunt de komma plaatsen bij vermenigvuldigen met decimale getallen.

Slide 2 - Diapositive

Wat weet je nog over optellen en aftellen met decimale getallen?

Slide 3 - Carte mentale

3,5 + 7,13 =
A
10,63
B
10,37
C
7,48
D
748

Slide 4 - Quiz

11,4 - 8,3 =
A
2,1
B
19,7
C
19,1
D
3,1

Slide 5 - Quiz

3,51 - 1,28
A
2,39
B
2,37
C
2,23
D
4,79

Slide 6 - Quiz

Als je vermenigvuldigt met 10, dan schuift de komma 1 plaats naar rechts.

Als je vermenigvuldigt met 100, dan schuift de komma 2 plaatsen naar rechts.
4,8 x 10 = 48
1,32 x 10 = 13,2
45,678 x 10 = 456,78

4,8 x 100 = 480
1,32 x 100 = 132
45,678 x 100 = 4 567,8

Slide 7 - Diapositive

Als je vermenigvuldigt met 0,1 dan schuift de komma 1 plaats naar links.

Als je vermenigvuldigt met 0,01
dan schuift de komma 2 plaatsen naar links.
9 x 0,1 = 0,9
1,23 x 0,1 = 0,123
12,3 x 0,1 = 1,23

9 x 0,01 = 0,09
1,23 x 0,01 = 0,0123
12,3 x 0,01 = 0,123
123,45 x 0,01 = 1,2345

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

3,28 x 10 =
A
328
B
32,8
C
0,238
D
3,028

Slide 10 - Quiz

45,689 x 100 =
A
45 689
B
456,89
C
0,45689
D
4 568,9

Slide 11 - Quiz

87,65 x 0,1 =
A
8,765
B
0,8765
C
876,5
D
87,65

Slide 12 - Quiz

Bij het vermenigvuldigen van kommagetallen, ga je eerst een schatting maken.
2,2 x 3,9 =

2 x 4 = 8

Het antwoord zal dus in de buurt van de 8 komen.


Slide 13 - Diapositive

Je gaat daarna de vermenigvuldiging maken. Onder elkaar, alsof er geen komma in staat.
22   
39 x
198   
660+
858   

Slide 14 - Diapositive

Je had geschat dat het antwoord in de buurt van de 8 komt.
Je hebt zonder komma uitgerekend dat het antwoord 858 is.
Je gaat nu de komma in het antwoord zetten, zodat je in de buurt van de 8 komt.
858

8,58

2,2 x 3,9 = 8,58!

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

3,1 x 2,12 =

Slide 17 - Question ouverte

10,3 x 3,1 =
A
9,193
B
31,93
C
319,3
D
3193

Slide 18 - Quiz

Aan de slag
Bladzijden; 141, 142, 145
Opdrachten: 25, 27, 28, 29, 30

Slide 19 - Diapositive

Wat heb je deze les geleerd?

Slide 20 - Carte mentale

Heb je nog vragen?

Slide 21 - Carte mentale