5V Formatieve toets zuren en basen

• Scheikunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Formatieve toets klas5

Doel:

- Zuur/base reacties

- indicatoren

- pH/pOH/Kz/Kb berekeningen

Aan een zure oplossing met pH = 2 wordt net zoveel base toegevoegd totdat de pH neutraal is. Aan de oplossing is een druppel thymolblauw toegevoegd.

Welke kleurverandering vindt er plaats? (tabel 52A)

1. rood naar geel
2. geel naar rood
3. oranje naar geel
4. rood naar blauw

Hoe groter de Kb hoe ..

1. hoger de pH
2. hoe lager pOH
3. hoe sterker de base
4. hoe zwakker het geconjugeerde zuur

Geef de reactievergelijking van de reactie optreedt als benzeenamine wordt toegevoegd aan water.

Geef de reactievergelijking die optreedt als propaandizuur reageert met een overmaat natronloog (in structuurformules) .

Bereken de pH van 3,0 M kaliloog.

Bereken hoeveel keer zuurder een oplossing met pH=3,0 is dan een oplossing met pH=4,2.

Geef de reactievergelijking die optreedt als aluminiumsulfiet wordt toegevoegd aan een overmaat salpeterzuur-oplossing.

Bereken de pH van 1,50 M azijnzuur. (Je mag x verwaarlozen)

Bereken de Kb van de base als 1,0 M van de base een pH heeft van 10,96.

Voor morgen: oefen met zuur/base. Kies je eigen zwakke plekken.

Maak opgave 8 a, b en c op pagina 131.