Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
formatieve toets
zuur-base reacties
pH berekeningen
Slide 1 - Diapositive
geef de reactievergelijking tussen azijnzuur en barietwater
Slide 2 - Question ouverte
geef de reactievergelijking tussen ammonia en zoutzuur
Slide 3 - Question ouverte
geef de reactievergelijking tussen vast ijzer(II)oxide en een overmaat salpeterzuur
Slide 4 - Question ouverte
Je wilt de pH berekenen van 0,015M HF-opl. Je gebruikt de methode met verwaarlozen. Mocht dit? Laat de berekening zien in je antwoord
Slide 5 - Question ouverte
Bereken de OH- concentratie voor een oplossing die 0,12M CN- bevat. Geef de volledige berekening. Meerdere foto's toegestaan.
Slide 6 - Question ouverte
Een oplossing met pH = 2,0 wordt 10x verdund. Wat wordt de nieuwe pH?
A
pH = 0,20
B
pH = 1,0
C
pH = 3,0
Slide 7 - Quiz
Wat is de pH van een oplossing
met 5.2*10-3 mol/L opgelost Ba(OH)2 ?
A
= 2,28
B
= 1,98
C
= 12,02
D
= 8,8
Slide 8 - Quiz
Tommy wil de pH bepalen van een oplossing. Hij mengt in 4 reageerbuizen steeds een beetje oplossing met een indicator. Geef zo precies mogelijk aan tussen welke grenzen de pH van de oplossing ligt. Gebruik binas T52A.
A
3,8 < pH < 5,5
B
3,8 < pH < 4,4
C
5,4 < pH < 5,5
D
4,4 < pH < 4,8
Slide 9 - Quiz
Bereken de pH voor 0,13M natronloog bij 30graden celcius
A
13
B
13,11
C
0,89
D
12,94
Slide 10 - Quiz
Bereken de pH voor 0,13M ga hierbij alleen uit van de eerste ionisatiestap.
H2SO4
A
1,77
B
0,59
C
0,89
D
1,88
Slide 11 - Quiz
een oplossing met een pH van 4,56 heeft een [H3O+] concentratie van ...
A
2.75⋅10−4
B
3,63⋅104
C
2,75⋅10−5
D
3,63⋅103
Slide 12 - Quiz
In een oplossing van 250 mL zit 0,020 mol KOH. Wat is de pH?