5.3 - Hoek berekenen met tangens

• Wiskunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

Hoek berekenen met tangens

Lesdoel

Aan het einde van deze les kun je een hoek berekenen met de tangens. Je kunt hierbij de drieletternotatie gebruiken om een hoek aan te geven.

tan

∠L=​8​​5,5​​

tan

∠L=0,688

Vorige les: tan hoek via de formule

tan

∠L=​8​​5,5​​

tan

∠L=0,688

Vorige les: tan hoek via de formule

Deze les: berekenen hoe groot die hoek dan is

?

Bereken hoek B

Dit doe je met de inverse tangens

tan​−​​

1

Bereken hoek B

Dit doe je met de inverse tangens

tan​−​​

1

knop: shift tan (op jouw rekenmachine)

Bereken hoek B

Bereken hoek B

Bereken hoek B

Bereken hoek B

Bereken hoek B

Bereken hoek B

180°−90°−18°=72°

∠C=

Dit gaan we oefenen met opgave 34 van het huiswerk.

Schrijf dus mee.

opgave 34 Bereken

∠D

opgave 34 Bereken

Je start altijd eerst met de gewone formule:

tan(∠D)=​...​​...​​

∠D

a.

opgave 34 Bereken

Je start altijd eerst met de gewone formule:

tan(∠D)=​76​​24​​

a.

∠D

opgave 34 Bereken

Je start altijd eerst met de gewone formule:

tan(∠D)=​76​​24​​

rekenmachine: shift tan (24 : 76) =

a.

b.

∠D

opgave 34 Bereken

Je start altijd eerst met de gewone formule:

tan(∠D)=​76​​24​​

∠D=18°

rekenmachine: shift tan (24 : 76) =

a.

b.

∠D

opgave 34

Je weet                      .

∠D=18°

c.

∠F

Bereken

opgave 34 

Je weet                      .

∠D=18°

c.

∠F

Bereken

180°−18°−90°

∠F=

opgave 34 

Je weet                      .

∠D=18°

c.

∠F

Bereken

180°−18°−90°=72°

∠F=

Drieletternotatie

∠K1

∠K2

∠N1

∠N2

Drieletternotatie

∠K1

=∠MKN

∠K2

∠N1

∠N2

Drieletternotatie

∠K1

=∠MKN

∠K2

=∠LKN

∠N1

∠N2

Drieletternotatie

∠K1

=∠MKN

∠K2

=∠LKN

∠N1

∠N2

=∠KNM

Drieletternotatie

∠K1

=∠MKN

∠K2

=∠LKN

∠N1

∠N2

=∠KNM

=∠KNL

Welke hoek bedoelen ze met:

∠CAD

∠BDA

∠BAD

Welke hoek bedoelen ze met:

=∠A2

∠CAD

∠BDA

∠BAD

Welke hoek bedoelen ze met:

=∠A2

∠CAD

∠BDA

=∠D

∠BAD

Welke hoek bedoelen ze met:

=∠A2

∠CAD

∠BDA

=∠D

∠BAD

=∠A1

Huiswerk

Voor na de kerstvakantie

m. par. 5.3, oef. 34, 35, 36, 37, 38, 40 en 41