Stomazorg les 2

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 2

STOMA ZORG Les 2

Module 4 Hoofdstuk 3

Paragraaf 3.4

3.4 en H1 Zuurstof toedienen

Leerdoelen

Aan het eind van de les weet je

• welke factoren spelen een rol bij bepalen van de plaats van de stoma
  
• hoe de verzorging van een stoma in z'n werking gaat

Herhaling begrippen

Colostoma, Ileostoma, urostoma, dubbelloops stoma, einstandig stoma, AANVULLING ZIE LIJST VORIGE WEEK?DOCUMENT HELE HOOFDSTUK BOEK 

Een dikke darm stoma heet in het latijns een……...

Proeftoetsvragen vorige week (check je samenvatting)

1. ileostoma
2. kunstmatig aangelegde darmuitmonding
3. darminfectie
4. urostoma

Stomaplug

Wat is een urostoma?

wat is een dubbelloops stoma

1. uiteinde van de darm
2. een stoma met een darmopening
3. een stoma met twee darmopeningen
4. een eindstandig stoma

hoe heet dit materiaal?

welke factoren spelen mee bij plaatsbepaling van het stoma? Leg je antwoord klassikaal uit zometeen

Factoren die meespelen bij plaatsbepaling

• welk deel van de darm is verwijderd
• lichaamsbouw
• werk/beroep van de zorgvrager
• cultuur/ gewoonten van de zorgvrager 

Stomazorg/materialen

Welke 2 vormen van opvangsystemen ken je?

Eendelig opvangstysteem

• Eendelige opvangsystemen bestaan uit een opvangzakje en een huidplak die een geheel vormen. 
• Verwisselen? het zakje met huidplak in zijn geheel verwijderen
  

Tweedelig opvangsysteem

• afzonderlijk opvangzakje en een huidplak
  
• voordeel: alleen zakje vervangen
  
• twee tot drie dagen zitten.
  

Aansluiten stomazakje om de huidplak en het opvangzakje op elkaar aan te sluiten:

• Een klikkoppeling 
  
• Een plakkoppeling 
  

bekijken filmpje verwisselen stomazakje

Noteer welk opvangssysteem er gebruikt wordt en hoe de huid gereinigd wordt. Noteer verder wat je opvalt!!

Urostoma zakje

Urostoma zakje

Een urinestomazakje kan 's nachts aangesloten worden op een nachtzak, om meer opvangcapaciteit te creëren en te voorkomen dat het zakje 's nachts moet vervangen. 

De capaciteit van 1 zakje = ongeveer 500 ml

Ook 1 en 2 delig systeem

Bij welke zorgvragers kan een stomaplug gebruikt worden en waarom?

Opdracht 

• werk de onderstaande casus ( casus Kaatje uit de les stomazorg 2) uit 
• zet dit in een worddocument lettergroote 12 en vermeld je bron!

Casus

Kaatje Vermeulen,36 jaar, heeft ten gevolge van de ziekte van Crohn een blijvend stoma gekregen.

Zij heeft veel last van hevige buikpijn en kan niet voldoende voedingsstoffen tot zich nemen. Ze heeft daarom ook een sonde gekregen voor sondevoeding. Tevens heeft Kaatje een infuus in verband met antibiotica i.v. De diëtiste is nogmaals in consult geweest om met haar de voeding door te nemen en de mogelijkheden te bespreken met haar.

Kaatje is na 19 dagen met ontslag gegaan. Ze heeft wel nog veel last van buikpijn die niet goed onder controle is te krijgen. Kaatje voelt zich miserabel. Ze wordt momenteel met alles geholpen. Ze vindt het erg vervelend om afhankelijk te zijn. Nu moeten andere personen haar stoma verzorgen.

Jij hebt dienst. Je word gebeld. Bij Kaatje is de stomaplak gaan lekken. Ook dat nog.

Je neemt contact met haar op en geeft aan dat zodra je klaar bent bij mevr. T jij naar haar toe gaat.

Verpleegkundige interventie: verzorg het stoma van Kaatje.

Vraag 1

Wat is de reden dat Kaatje een stoma heeft gekregen en welk stoma zou zij hebben? Beredeneer je antwoord

Vraag 2

Welke benodigdheden zet jij klaar voor het verzorgen van het stoma?

Vraag 3

Noem 4  complicaties van een stoma ( colo- ileo- urostoma) en benoem bij welk stoma dit voorkomt en waarom dit kan ontstaan. Werk tevens de verpleegkundige interventie bij deze complicatie uit

Vraag 4

Omschrijf minimaal 4 psycho-sociale gevolgen van een stoma 

( colo- ileo- urostoma) en werk tevens de verpleegkundige interventie (s) uit