Taalverzorging C werkwoordspelling

Welkom A1D
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Welkom A1D

Slide 1 - Diapositive

Schrijven 

Slide 2 - Diapositive

Lesdoel
- Je leert werkwoorden correct spellen.

Slide 3 - Diapositive

Werkwoordspelling
Klas 1

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

PVTT (persoonsvorm tegenwoordige tijd)
Zoek eerst het onderwerp dat erbij hoort!

Makkie! Gewoon 'lopen' gebruiken en dan doe je het altijd goed.

Slide 6 - Diapositive

PVVT (persoonsvorm verleden tijd)
Sterke werkwoorden
Hebben geen regels! Dit moet je weten door te lezen.

Zwakke werkwoorden 
Kijk bij het sexy fokschaap alleen naar de klinkers!

Slide 7 - Diapositive

INF (infinitief)
Tip: zet er 'wij' voor. 

Pas op: 
- Apen kunnen niet vliegen.
                  pvtt                   inf
Bij bovenstaande zin kun je voor beide werkwoorden 'wij' zetten, maar de persoonsvorm gaat voor. 

Slide 8 - Diapositive

VD (voltooid deelwoord)
1. Zoek eerst de persoonsvorm!
2. Is deze een vorm van 'hebben', 'zijn' of 'worden'?
3. Ja? Dan is het laatste werkwoord een voltooid deelwoord.

Voltooid deelwoorden beginnen vaak met ge-, be-, ver-, ont-, er-, her-, mis-.


Slide 9 - Diapositive

OD (onvoltooid deelwoord)
Het is nog bezig, terwijl je het doet. Er gebeuren dus twee dingen tegelijk.
 Je schrijft het al een heel werkwoord met een 'd' erachter.

Knipogend fietste hij voorbij.
De mannen vielen knokkend door de deur.
 

Slide 10 - Diapositive

VD als BN 
(voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord)
Zie je achter een werkwoord een ZN staan dat erbij hoort?
Dan is het een BN!

Zorg ervoor dat het goed uitgesproken wordt als je het zo kort mogelijk schrijft.

Slide 11 - Diapositive

OD als BN 
(onvoltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord)
'het-woorden' krijgen vaak een OD als BN zonder -e. 
Hij vertoont afwijkend gedrag.

'De-woorden' krijgen vaak een OD als BN met -e.
De passerende auto gaat snel.

Slide 12 - Diapositive

Aan de slag
- Maak opd. 2,3,4,5,6,7,8,10 blz. 112/113

Slide 13 - Diapositive

Huiswerk maandag 2/10 2e uur
Maak opd. 2,3,4,5,6,7 blz. 112/113 en lees in je leesboek voor de leesclub.

- Dinsdag 24 oktober: boek uit en dia's af.

Slide 14 - Diapositive