Voorbereiding eindtoets ME/Renaissance

Welk begrip past niet bij de Middeleeuwen?
A
Romaanse stijl
B
Gotische stijl
C
Humanisme
D
Hoofse roman
1 / 29
suivant
Slide 1: Quiz
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Welk begrip past niet bij de Middeleeuwen?
A
Romaanse stijl
B
Gotische stijl
C
Humanisme
D
Hoofse roman

Slide 1 - Quiz

Het leenstelsel uit de Middeleeuwen wordt ook wel het ______ stelsel genoemd.

Slide 2 - Question ouverte

Slide 3 - Diapositive

Een kunstvorm waarbij vaak op humoristische wijze maatschappijkritiek of kritiek personen wordt gegeven, noemen we een ________.

Slide 4 - Question ouverte

Welke personages uit Reinaert de vos ken je nog?

Slide 5 - Carte mentale

Wie zien we hier NIET?
A
Bruun
B
Reinaert
C
Cuwaert
D
Tibeert

Slide 6 - Quiz

Welke bouwstijl
is dit?
A
Romaans
B
Barok
C
Gotiek
D
Neogotiek

Slide 7 - Quiz

Waar doet de Renaissance je aan denken?

Slide 8 - Carte mentale

In de Renaissance werd er gereageerd op het _______ uit de Middeleeuwen.

Slide 9 - Question ouverte

De samenleving veranderde langzaam naar een ____________ samenleving. God stond niet meer centraal.

Slide 10 - Question ouverte

Een roman waar de ridder meer verfijnd en 'hoffelijk' was noemen we een _______ roman.

Slide 11 - Question ouverte

Wie ben ik?

Slide 12 - Question ouverte

De bekendste Frankische of Karelroman noemen we:
A
De jeeste van Karel
B
Karel ende Elegast
C
Een liedekijn van Karel
D
Karel en de Steen der Wijzen

Slide 13 - Quiz

Een gedicht waarin (politieke) misstanden aan de kaak worden gesteld noemen we een _______.

Slide 14 - Question ouverte

Wat voor gedicht
is dit?
A
Puntdicht
B
Aforisme
C
Epigram
D
Hekeldicht

Slide 15 - Quiz

Een puntdicht (of epigram) is een kort gedicht met een 'spitse' en grappige inhoud. Vaak gebruikt men een woordspeling bij het verrassende slot (ook wel 'pointe' genoemd).

Slide 16 - Diapositive

Het hoogste ideaal in de Renaissance, een mens dat uitblonk op alle gebieden van de menselijke cultuur, noemde men ook wel de

Slide 17 - Question ouverte

Renaissance betekent letterlijk:
(1 woord)

Slide 18 - Question ouverte

Wat is een kenmerk van een sonnet?
A
14 versregels
B
Volta
C
Vast rijmschema
D
Lyrisch

Slide 19 - Quiz

De volta kun je meestal plaatsen na het ____

Slide 20 - Question ouverte

Hoe uitte het estheticisme zich in de literatuur?
A
De taal moest verfijnd zijn, elegant.
B
Grote nadruk op regelgeving
C
Teksten werd voorzien van afbeeldingen van gerenommeerde kunstenaars.
D
Personages in de literatuur dienden zich geloofwaardig te gedragen

Slide 21 - Quiz

Wat de mens presteerde, werd niet langer gezien als een gave van God maar als iets wat uit hemzelf voortkwam.
Mens is uniek en in staat tot grootste prestaties
Zelf willen uitvinden hoe de wereld in elkaar zat.
Wedergeboorte van de klassieke oudheid
antropocentrisme
Renaissance
individualisme
empirisme

Slide 22 - Question de remorquage

Barok
Renaissance
Gotiek
Maniërisme

Slide 23 - Question de remorquage

Deze Nederlandse schrijver kan zéker worden gezien als 'homo universalis'.
A
Joost van den Vondel
B
Constantijn Huygens
C
Bredero
D
Willem die Madocke maecte

Slide 24 - Quiz

De barok was een reactie van de _______ op het _______.

Slide 25 - Question ouverte

Barok
Romaans
Renaissance

Slide 26 - Question de remorquage

Wie schreef de Gijsbrecht van Aemstel?
A
Bredero
B
P.C. Hooft
C
Huygens
D
Vondel

Slide 27 - Quiz

Zo bereid ik me voor op de toets:
A
Samenvatten
B
Doorlezen
C
Opdrachten herhalen
D
Anders, nl.

Slide 28 - Quiz

Toetsstof
- Zie document in Magister
- Kijk de Lessonups nog eens door!
- Aantekeningen niet compleet? Vraag je klasgenoten!
- Rest van de les: lees de paragrafen door en maak samenvattingen in stilte, je mag muziek luisteren :)!

Slide 29 - Diapositive