Voorbereiding eindtoets ME/Renaissance

Welk begrip past niet bij de Middeleeuwen?
A
Romaanse stijl
B
Gotische stijl
C
Humanisme
D
Hoofse roman
1 / 24
suivant
Slide 1: Quiz
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

Welk begrip past niet bij de Middeleeuwen?
A
Romaanse stijl
B
Gotische stijl
C
Humanisme
D
Hoofse roman

Slide 1 - Quiz

Het leenstelsel uit de Middeleeuwen wordt ook wel het ______ stelsel genoemd.

Slide 2 - Question ouverte

Een kunstvorm waarbij vaak op humoristische wijze maatschappijkritiek of kritiek personen wordt gegeven, noemen we een ________.

Slide 3 - Question ouverte

Welke personages uit Reinaert de vos ken je nog?

Slide 4 - Carte mentale

Wie zien we hier NIET?
A
Bruun
B
Reinaert
C
Cuwaert
D
Tibeert

Slide 5 - Quiz

Welke bouwstijl
is dit?
A
Romaans
B
Barok
C
Gotiek
D
Neogotiek

Slide 6 - Quiz

Waar doet de Renaissance je aan denken?

Slide 7 - Carte mentale

Het antropocentrisme uit de Renaissance is een reactie op het _______ uit de Middeleeuwen.

Slide 8 - Question ouverte

Een roman waar de ridder meer verfijnd en 'hoffelijk' was noemen we een _______ roman.

Slide 9 - Question ouverte

Wie ben ik?

Slide 10 - Question ouverte

De bekendste Frankische of Karelroman noemen we:
A
De jeeste van Karel
B
Karel ende Elegast
C
Een liedekijn van Karel
D
Karel en de Steen der Wijzen

Slide 11 - Quiz

Een gedicht waarin (politieke) misstanden aan de kaak worden gesteld noemen we een _______.

Slide 12 - Question ouverte

Wat voor gedicht
is dit?
A
Puntdicht
B
Aforisme
C
Epigram
D
Hekeldicht

Slide 13 - Quiz

Een puntdicht (of epigram) is een kort gedicht met een 'spitse' en grappige inhoud. Vaak gebruikt men een woordspeling bij het verrassende slot (ook wel 'pointe' genoemd).

Slide 14 - Diapositive

Renaissance betekent letterlijk:
(1 woord)

Slide 15 - Question ouverte

Wat is een kenmerk van een sonnet?
A
14 versregels
B
Volta
C
Vast rijmschema
D
Lyrisch

Slide 16 - Quiz

De volta kun je meestal plaatsen na het ____

Slide 17 - Question ouverte

Hoe uitte het estheticisme zich in de literatuur?
A
De taal moest verfijnd zijn, elegant.
B
Grote nadruk op regelgeving
C
Teksten werd voorzien van afbeeldingen van gerenommeerde kunstenaars.
D
Personages in de literatuur dienden zich geloofwaardig te gedragen

Slide 18 - Quiz

Welk werk is een ballade?
A
Egidiuslied
B
Het lied van heer Halewijn
C
Mariken
D
Op de dood van Sterre

Slide 19 - Quiz

Wat de mens presteerde, werd niet langer gezien als een gave van God maar als iets wat uit hemzelf voortkwam.
Mens is uniek en in staat tot grootste prestaties
Zelf willen uitvinden hoe de wereld in elkaar zat.
Wedergeboorte van de klassieke oudheid
antropocentrisme
Renaissance
individualisme
empirisme

Slide 20 - Question de remorquage

Wie schreef Gijsbrecht van Aemstel?
A
Bredero
B
Hooft
C
Huygens
D
Vondel

Slide 21 - Quiz

Wie schreef Warenar?
A
Bredero
B
Hooft
C
Huygens
D
Vondel

Slide 22 - Quiz

Zo bereid ik me voor op de toets:
A
Samenvatten
B
Doorlezen
C
Opdrachten herhalen
D
Anders, nl.

Slide 23 - Quiz

Zoveel vertrouwen heb ik in de toets Nederlands
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Sondage