7.1 Gezond eten

Hoofdstuk 7 Eten
Voorkennisvragen
1. Wat betekend volgens jou gezond?
2. Welke organen hebben te maken met eten?
3. Welk gerecht eet je het vaakst?
4. Welke voedingsstoffen (Suiker etc.) zit er in eten?

1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 7 Eten
Voorkennisvragen
1. Wat betekend volgens jou gezond?
2. Welke organen hebben te maken met eten?
3. Welk gerecht eet je het vaakst?
4. Welke voedingsstoffen (Suiker etc.) zit er in eten?

Slide 1 - Diapositive

Wat heb je nodig bij biologie?
- Boek 
- Schrift voor aantekeningen
- Laptop (blijft in de tas!)

Slide 2 - Diapositive

Practicumregels 
Zie It's Learning: bronnen

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Planner/LessonUp/Online Methode
Planner: 
- planning per week tot aan de toets
- leerdoelen en toetsstof 
LessonUp:
- Leerdoelen, uitleg, filmpjes, oefenvragen
Online methode:
- oefenvragen voor de toets

Slide 5 - Diapositive

7.1 Leerdoelen:
- Je kunt uitleggen wat eetgewoonten zijn en hoe het komt dat deze verschillen.
- Je kunt uitleggen wat voedingsmiddelen, voedingsstoffen en voedingsvezels zijn.
- Je kunt de groepen voedingsstoffen noemen
- Je kunt uitleggen wanneer je gezond eet en wanneer je het beste kunt eten.

Slide 6 - Diapositive

Lezen blz. 10 Wat bepaalt je eetgewoonten?
Na het lezen:
  • Welke factoren bepalen je eetgewoonten?
  • Kunnen eetgewoonten veranderen?

timer
3:00

Slide 7 - Diapositive

Eetgewoonten
Wat je gewend bent te eten, hoe je dat doet en wanneer je dat doet:
  • Hangt af van je eigen voorkeur
  • Hangt af van het land waar je woont of vandaan komt
  • Hangt af van je geloof / wereldbeeld

Slide 8 - Diapositive

Wat zijn voedingstoffen en voedingsmiddelen? 

Slide 9 - Diapositive

Plantaardige voedingsmiddelen
Dierlijke voedingsmiddelen

Slide 10 - Diapositive

Voedingsstoffen

Slide 11 - Diapositive

Je kunt de voedingsstoffen indelen in 3 (functie) groepen   
1. Energierijke stoffen:

2. Bouwstoffen:

3. Beschermende Stoffen:

Vraag
Welke twee groepen voedingsstoffen vallen onder twee mogelijke functiegroepen?

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Aan de slag
Maken 7.1: 3 t/m 13

Eerste 5 minuten voor jezelf in stilte.
timer
5:00

Slide 14 - Diapositive

Exitticket
1. Welke drie dingen bepalen je eetgewoonten?
2. Noem 2 voedingsmiddelen
3. Welke voedingsstoffen dienen voornamelijk als brandstof?
4. Welke voedingsstoffen dienen voornamelijk als beschermende stof?
5. Is vet een bouwstof?

Slide 15 - Diapositive

Eetgewoonten hangen af van 3 dingen, welke?

Slide 16 - Question ouverte

Noem zoveel mogelijk voedingsmiddelen

Slide 17 - Question ouverte

Maak de opdracht en vul hier in wat je score was.

Slide 18 - Question ouverte

7.1 deel 2 

Slide 19 - Diapositive

Leerdoelen:
- Je kunt uitleggen wat eeetgewoonten zijn en hoe het komt dat deze verschillen.
- Je kunt uitleggen wat voedingsmiddelen, voedingsstoffen en voedingsvezels zijn.
- Je kunt de groepen voedingsstoffen noemen
- Je kunt uitleggen wanneer je gezond eet en wanneer je het beste kunt eten.
- Je kunt uitleggen waardoor je eten bederft en hoe je dit kunt tegengaan.

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo

Waardoor bederft je eten?

Slide 22 - Diapositive

Waardoor bederft je eten?
Voedselbederf ontstaat door bacteriën en schimmels
Het kan een voedselinfectie veroorzaken

Slide 23 - Diapositive

Voedsel conserveren
Betekenis conserveren: Verduurzamen,  in goede conditie bewaren.
Omstandigheden voor bacteriën en schimmels ongunstig gemaakt.
Manieren om te conserveren:
  1. Invriezen
  2. Pasteuriseren
  3. Steriliseren
  4. Vacuüm verpakken
  5. Drogen
  6. Toevoegen van conserveermiddelen

Slide 24 - Diapositive

Voorkomen van voedselbederf
conserveren

Slide 25 - Diapositive

Energiedrankjes
Energiedrank bevat:
- Suiker --> energie
- Cafeine --> hart sneller kloppen en hersenen sneller werken
- Taurine --> zelfde werking als cafeine

Teveel is slecht voor je hart en bloedvaten en kan voor slaapproblemen en hartkloppingen zorgen. 

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Vidéo

7.1
Maken opdr 14 t/m 23

Slide 28 - Diapositive

Voedselbederf ontstaat door..........
A
schimmels
B
celdeling
C
bacteriën
D
schimmels en bacteriën

Slide 29 - Quiz

Hoe voorkom je voedselbederf?
A
Wanneer bacteriën moeilijker delen
B
Wanneer er geen schimmels en bacteriën bij komen
C
Wanneer schimmels minder sporen vormen
D
Zowel A,B als C zijn goed

Slide 30 - Quiz

Wat is conserveren?
A
vermenigvuldiging van schimmels/bacterien tegen gaan
B
vermenigvuldigen van bacterien of schimmels
C
Zout of azijn
D
Goede leefomgeving van bacterien/schimmels

Slide 31 - Quiz

Wat is geen manier van conserveren?
A
Steriliseren
B
Pasteuriseren
C
Invriezen
D
In water leggen

Slide 32 - Quiz

Wat zijn voorbeelden van conserveren?
A
inblikken, kleurstof toevoegen, ontdooien en steriliseren
B
inblikken, drogen, steriliseren en pasteuriseren
C
zuur toevoegen, steriliseren, schillen en drogen
D
zuur toevoegen, zout toevoegen, vacuüm verpakken en schillen

Slide 33 - Quiz