4. Ontdekkers en hervormers - Afsluiting

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Lesopzet

K: presentatie Afsluiting

Z: maken Afsluiting  (helemaal)

Klaar? Ga verder met je studiewijzer.

Vorige keer...

• Je kunt herkennen wat politiek-bestuurlijke, sociale, economische en culturele oorzaken en gevolgen zijn. 

Politiek-Bestuurlijk:

= alles wat te maken heeft met hoe in een land de macht verdeeld is, hoe het bestuur georganiseerd is en hoe de wetten gemaakt worden. 

bijvoorbeeld:

Filips stelde steeds meer ambtenaren, omdat die hem konden helpen met het instellen van een centraal bestuur.  

Sociaal:

= alles wat te maken heeft met de verschillen tussen groepen mensen in rijkdom, macht en aanzien. 

bijvoorbeeld:

In Amsterdam waren veel bedelaars, want hier woonden veel rijke mensen die wat geld konden missen. 

Economisch:

= alles wat te maken heeft met de manier waarop mensen in hun levensonderhoud voorzien. 

bijvoorbeeld:

Veel boten varen naar Zuid-Azië, want hier waren kostbare specerijen te vinden. 

Cultureel:

= alles wat te maken heeft met de ideeën van mensen, hun gewoontes, geloof, kunst en wetenschap. 

bijvoorbeeld:

Protestanten werden vervolgd, daarom hielden ze stiekem diensten in de buitenlucht. 

Deze keer...

• Je hebt je voorbereid op de toets. 

Waarom gingen mensen op ontdekkingsreis?

1. Ze wilden specerijen uit Amerika halen
2. Er kwamen betere kaarten en het kompas
3. Ze wilden specerijen uit Azië halen
4. Ze verveelden zich thuis

Welke zin over ontdekkingsreizigers klopt NIET.

1. Bartholomeus Diaz bereikte als eerste de zuidpunt van Afrika
2. Vasco da Gama bereikte per schip als eerste India
3. Ferdinand Magalhães voer als eerste de wereld rond
4. Columbus probeerde via een oostelijke route India te bereiken

Wat was een gevolg van de ontdekking van Amerika?

1. De indianen stierven massaal door besmettelijke ziekten
2. Europeanen maakten kennis met ander eten, zoals de McDonalds
3. Veel Portugezen verhuisden naar Amerika
4. Spanjaarden gingen op vaak op vakantie naar Amerika

Hoe werden mensen genoemd die protesteerden tegen de katholieke kerk?

1. Kitters
2. Kotters
3. Katters
4. Ketters

Waar was Luther NIET boos over?

1. Aflaten
2. Beelden in de kerk
3. Iedere dag bidden
4. De Latijnse bijbel

De Paus is....

1. Katholiek
2. Protestant

Karel V wilden een centraal bestuur. Wat houdt dat in?

1. Alle gewesten moesten trouw zweren aan Karel V
2. In alle gewesten alleen het katholieke geloof
3. Een verbod op pizza Hawai in de gewesten
4. In alle gewesten dezelfde regels en belasting

Wat was een oorzaak van de beeldenstorm?

1. Protestanten waren boos over de rijkdom in de kerk
2. Arme mensen konden de kerk plunderen
3. Protestanten moesten vluchten naar het buitenland
4. Alva kwam naar Nederland

Wat was een gevolg van de beeldenstorm?

1. Protestanten waren boos over de rijkdom in de kerk
2. Arme mensen konden de kerk plunderen
3. Protestanten moesten vluchten naar het buitenland
4. Alva kwam naar Nederland

Wie wordt hier neergeschoten?

1. Dit is Filips II
2. Dit is Karel V
3. Dit is Willem Alexander
4. Dit is Willem van Oranje

De opstand duurde erg lang. Wat was GEEN reden.

1. De gewesten Holland en Zeeland werden rijker
2. De soldaten moesten lange afstanden lopen.
3. Een stad veroveren duurde lang
4. Spaanse soldaten kregen regelmatig niet betaald

Wie bestuurde uiteindelijk de Republiek?

1. Rijke protestantse burgers
2. Filips II
3. Willem van Oranje
4. Rijke katholieke burgers

Lesopzet

K: presentatie Afsluiting

Z: maken Afsluiting  (helemaal)

Vanaf blz. 61

Klaar? Ga vast leren voor de toets.