Woensdag 28 september

Goedemorgen
  • Je pakt je chromebook (op hoek van de tafel)
  • Je gaat stillezen
  • De tafels blijven uit elkaar (uitleg om 8.45 uur)
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenBasisschoolGroep 6

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Goedemorgen
  • Je pakt je chromebook (op hoek van de tafel)
  • Je gaat stillezen
  • De tafels blijven uit elkaar (uitleg om 8.45 uur)

Slide 1 - Diapositive

(on)rust
  • kletsen
  • spullen
  • deuren
  • tafels/stoelen 
  • naar juf toelopen met een vraag

Slide 2 - Diapositive

Wat wel
  • Stil werken
  • Rustig bewegen door het lokaal
  • Eén praat tegelijk 
  • Blokje zetten bij een vraag

Slide 3 - Diapositive

Hoe gaan we het doen
  • Juf spreekt je aan bij gedrag dat niet hoort (eventueel ga je uit de klas)
  • Juf zet smileys op het bord bij gedrag dat goed gaat (eind van de ochtend is 1 smiley-1 minuut filmpje). Dat is vandaag.

Slide 4 - Diapositive

Rekenen
Doel 
Ik kan klokkijken (analoog en digitaal) met minuten

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Lien

Spelling
Doel: 
Ik kan woorden met ch goed schrijven

Kan je het horen?  Nee, het zijn fotowoorden

Slide 7 - Diapositive

Maken
Ben je goed in deze afspraak, maak je les 3 en 4
Vind je deze afspraak wat lastig, maak je les 1 en 2
Juf kijkt na
Klaar dan ga je zelfstandig werken

Slide 8 - Diapositive

Taal
Doel:
Ik kan de stam uit een werkwoord halen

Slide 9 - Diapositive

Voorbeeld
  • De jongens schoppen tegen de bal.
  • Werkwoord is schoppen
  • Ik schop
  • Stam -> schop

Slide 10 - Diapositive

Wisbordje
Wat is het werkwoord?
Roos en Tim speuren naar de hond. 
Werkwoord...............

Slide 11 - Diapositive

Wisbordje
Wat is de stam?
Roos en Tim speuren naar de hond. 
Stam ...............

Slide 12 - Diapositive

Maken
Je maakt les 1 en 2 als je "stam" wat lastig vindt.
Je maakt les 3 en 4 als je "stam" wel makkelijk vindt. 

Slide 13 - Diapositive

Bijbel
8e sprinkhanen
9e donker
10e doden oudsten

Slide 14 - Diapositive

Wat ging er deze ochtend goed?

Slide 15 - Question ouverte

Wat ging er deze ochtend minder goed?

Slide 16 - Question ouverte