B2: 3,2 Zwoegen en zweten

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Welkom in de geschiedenisles!

Begin met de vraag: waar hebben we het de vorige les over gehad? 

Laat leerlingen benoemen:

- samenleving/maatschappij

- sociale omgeving

- identiteit

- regels en wetten

- sociaal wezen

- etc.

Wat gaan we doen vandaag?

-Lesdoelen

-Herhaling

-Zwoegen en zweten

-Opdrachten

-Afsluiting  

Lesdoelen

Aan het eind van deze les:

• Hoe leefden arbeiders in de negentiende eeuw?
  
  
  

Herhaling

• Hoe werd Nederland een koninkrijk?

• Wat werd er veranderd door de grondwet van 1848?

Hoe werd Nederland een koninkrijk in 1815?

1. Willem I erfde de Nederlanden
2. Willem I veroverde de Nederlanden
3. Willem I werd gevraagd om koning te worden
4. Willem I werd aangesteld als koning door Napoleon

Wat veranderde er door de grondwet van 1848?

1. De koning kreeg meer macht
2. De koning kreeg minder macht
3. Vanaf nu hoefden Belgen geen belasting meer te betalen
4. Alle rijke mannen die veel belasting betaalde mochten stemmen

Industrialisatie

• Stoommachines
  

Industrialisatie

• Industriële revolutie

• Stoommachines --> Fabrieken  -->
• Urbanisatie (groeiende steden)  -->
• Slechte leef- en werkomstandigheden

Wat betekent het woord 'urbanisatie'?

1. Dat mensen van de stad naar het platteland trekken.
2. Dat mensen van het platteland naar de stad trekken.
3. Dat mensen minder belasting gaan betalen.
4. Dat mensen heel trots zijn op hun stad.

(Kinder)arbeid

• 14 uur per dag
• Lage lonen

Wonen

• Kleine woningen met veel families
• Geen water of riolering

Hoe woonden de arbeiders in de negentiende eeuw?

1. Slecht, ze woonden namelijk in de fabrieken
2. Goed, ze woonden in mooie grote huizen
3. Goed, ze woonden in mooie rijtjeshuizen met riolering en waterleidingen
4. Slecht, het waren kleine huizen zonder riolering of waterleidingen.

Een grote verandering

Een grote verandering

• Ziektes zoals cholera (1880)

Waarom doet het stadsbestuur pas erg laat iets aan de snelle verspreiding van ziektes?

1. Er stierven teveel mensen in de stad Amsterdam, hierom moest er iets aan gedaan worden
2. Er werd helemaal niets gedaan door het bestuur
3. Ook de rijken raakte besmet en stierven, deze zette het bestuur onder druk om iets te doen
4. Uit de goedheid van hun hart, ze wilden namelijk de arme mensen helpen

Controle

Paragraaf 3,1 – de koning en rijke burgers
Opdrachten: 2, 3, 4, 5, 6, 9
Blz. 64 t/m 67 

Opdrachten

Paragraaf 3,2 – zwoegen en zweten
Opdrachten: 2, 3, 6, 7
Blz. 68 t/m 71

Klaar? Ga verder met paragraaf 3,3

Schrijf deze opdrachten in je planner!

Nabespreken

Aan het eind van deze les:

• Hoe leefden arbeiders in de negentiende eeuw?

Hoe leefden arbeiders in de negentiende eeuw?

Fijne dag!