Leidinggeven week 5 OP3 Les 12

• Management Generiek
• MBO
• Studiejaar 1

HERHALING

Hoe noemen Blake en Mouton de vorm van
leiderschap bij een manager die heel taakgericht is, maar weinig relatiegericht?

1. Onverschillig leiderschap
2. Status quo Leiderschap
3. Integratiegericht leiderschap
4. Taakgericht leiderschap

Hoe noemen Blake en Mouton de vorm van
leiderschap bij een manager die heel taakgericht is, en ook heel relatiegericht (9.9)?

1. Onverschillig leiderschap
2. Status quo Leiderschap
3. Integratiegericht leiderschap
4. Taakgericht leiderschap

Met welke leiderschapsstijl kun je het onverschillige leiderschap van Blake en Mouton vergelijken?

1. Consulterend leiderschap
2. Laissez faire leiderschap
3. Democratisch leiderschap
4. Autocratisch leiderschap

De leidinggevende heeft geen vaste strategie, maar past zijn strategie regelmatig aan op wat voor de omstandigheden nodig is.
Van welke leiderschapsstijl is hier sprake?

1. Consultatieve leiderschapsstijl
2. Management-by-objectives
3. Situationele leiderschapsstijl

Nieuwe theorie 

Bedenk twee elementen die bepalen of een beslissing belangrijk of minder belangrijk is

Benoem een reden waarom het als leidinggevende
belangrijk is om de controlerende taak te vervullen

Welke taak van een leidinggevende wordt hier omschreven?
"Het op elkaar afstemmen van verschillende taken"

1. Organiseren
2. Coördineren
3. Instruren
4. Begeleiden

Bij wie ligt de eindverantwoordelijkheid van een taak die jij als leidinggevende delegeert aan een medewerker

1. Bij de medewerker
2. Bij jouw leidinggevende
3. Bij jou als leidinggevende
4. Bij alle drie

Jij schat in dat een medewerker zich bij een bepaalde
taak in ontwikkelingsfase D1 bevindt. Kies jij voor een enkelvoudige of een meervoudige (samengestelde) taakopdracht. Leg kort uit

Geef in eigen woorden aan wat volgens jou het verschil is tussen het
begeleiden van een medewerker en het coachen van een medewerker