H6 Management & Leiderschap

• Bedrijfseconomie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Personeelsbeleid en IO

6.1 Taken van het management.

• Plannen (doelen bepalen, beleidsplan, etc)
  
• Organiseren (inschakelen van mensen, coördineren, taakverdeling)
• Leiding geven (motiveren, activeren, conflictbeheersing, beloningenstelsel)
• Controleren (corrigeren, meten prestaties)
  

6.2 Leiderschapsstijlen

Test

Je krijgt nu een aantal personen te zien en aan jou is de volgende vraag.

• Meer gericht op inhoud werk: taakgericht
• Meer gericht op sfeer/werknemer: mensgericht
• Gericht op beide: combi
  

focus op taken en productie

(taakgerichte leiderschapsstijl)

sociale kant/mensen (werknemers- of mensgerichte leiderschapsstijl)

1

2

5

6

7

8

focus op taken en productie

(taakgerichte leiderschapsstijl)

sociale kant/mensen (werknemers- of mensgerichte leiderschapsstijl)

Blake en Mouton leiderschapsmatrix

Hersey & Blanchard

Situationeel leiderschap

• Je past jouw leiderschap aan de situatie (werknemers)
  
• Delegeren, steun, coach, sturend
• afhankelijk van hoe volwassen de medewerkers zijn.

Hersey & Blanchard

Effectiviteit van de leider is afhankelijk van: 

• persoonlijke kwaliteit leider
• kennis/ervaring en motivatie medewerkers
• situatie (hoe complex is het werk)

Autocratisch/autoritair leiderschap

Taken geven (orders)

Centrale rol 

Medewerker weinig tot niets te zeggen

Democratisch leiderschap

Mensgericht

Gericht op motivatie en welbevinden

Medewerkers mogen veel zelf beslissen

Veel betrokkenheid, creativiteit

Consultatief leiderschap

Raadplegen van medewerkers voorafgaand aan taken geven (orders)

Centrale rol in besluitvorming rust bij leidinggevende

Medewerker het gevoel geven dat hij wordt geconsulteerd maar eigenlijk weinig tot niets te zeggen

Laissez-faire leiderschap

= laat maar gaan

('laat gaan joh')

Veel vrijheid voor medewerkers

Manager oefent nauwelijks invloed uit

Kwaliteit en productiviteit laag

Ondersteunend leiderschap

Plezierig werkklimaat creëren

Goede teamgeest

Medewerkers persoonlijk aangesproken

Participerend leiderschap

Medewerkers en manager delen informatie en macht

Medewerkers betrekken bij beslissingen

Voorwaarden:

Medewerkers moeten erin geloven en allemaal meedoen

Medewerkers beschikken over voldoende kennis en vaardigheden

Flexibel leiderschap

De beste manier van handelen is afhankelijk van de situatie

Per moment en situatie de juiste stijl kiezen

00:46

Wat voor leiderschapsstijl past hij toe?

Autocratisch leiderschap

Democratisch leiderschap

Laissez-Faire

Flexibel leiderschap

De mens staat centraal

Stijl hangt af van situatie

Laat gaan joh

Ik ben de baas!

6.3 Motiveren

Motiveren

Wat doe je als werknemers:

• vaak te laat zijn
• vaak ziek zijn
• onverschillig zijn
• geen zin hebben in nieuwe dingen

XY theorie McGregor

• Geld en/of sociale relaties motiveren
• X: mensen zijn lui, hebben veel sturing nodig (autoritaire leiders)
• Y: werk is net zo belangrijk als ontspanning en rust, voldoening. Mensen zijn verantwoordelijk, creatief (participerend / democratische leiders)

Theorie X

• gem. medewerker is lui
• medewerkers willen geen verantwoordelijkheid
• je moet medewerkers dwingen tot prestaties (geld)

Theorie Y

• werken is natuurlijk
• medewerkers willen verantwoordelijkheid
• aandacht en mogen meedenken zorgen ook voor motivatie

behoeftepiramide Maslow

behoeftepiramide Maslow

Je kijkt waar iemand zit en je past daar de motiverende beloning op af.

wat heb je geleerd?