3.2 Water in balans

§3.2 Wereld: Water in balans 
Pak je boek en je werkboek
Leg ze open op tafel
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

§3.2 Wereld: Water in balans 
Pak je boek en je werkboek
Leg ze open op tafel

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Lien

Wat gaan we doen? 
  • Huiswerk... lezen 3.2 (Havo) en 3.1 te veel of te weinig (mavo)
  • Herhaling - pak nu je laptop
  •  Uitleg deel 1 paragraaf 3.2
  • Opdrachten maken en nakijken

Slide 3 - Diapositive

Gas
Vast
Vloeistof

Slide 4 - Question de remorquage

Welke vorm kan het water hebben in de korte kringloop?
A
vloeibaar, gas en vast
B
vloeibaar en gas
C
vloeibaar
D
vloeibaar en vast

Slide 5 - Quiz

Het meeste water op aarde is …………............ Voor drinkwater zijn wij aangewezen op ……………  
Vloeibaar zoet water kun je indelen in:  
1............................
2............................
Zoet water komt ook voor in vaste vorm. Water zit dan opgeslagen in:
1...............................
2...............................  
zoet water
zout water
grondwater
oppervlaktewater
gletsjer
landijs

Slide 6 - Question de remorquage

Het meeste zoete water is...
A
bevroren
B
grondwater
C
in rivieren
D
in meren

Slide 7 - Quiz

Hoeveel % van het zoete water is toegankelijk?
A
97.5%
B
1%
C
30%
D
2,5%

Slide 8 - Quiz

Bij welke
letter zie
je infiltratie?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 9 - Quiz

Van al het water op aarde
is ____% zoet water
A
0,25
B
2,5
C
22,5
D
25

Slide 10 - Quiz

Leerdoelen
  • Je weet alle begrippen die samenhangen met de waterbalans en duurzaam waterbeheer
  • Je begrijpt hoe een waterbalans in elkaar steekt
  • Je kunt het belang uitleggen van duurzaam waterbeheer 

Slide 11 - Diapositive

Waterbalans
De hoeveelheid water die een gebied binnenkomt en uitgaat.

Slide 12 - Diapositive

waterbalans

Slide 13 - Diapositive

Een gebied kan op 3 manieren aan water komen.

Slide 14 - Diapositive

1. Neerslag
Nuttige neerslag: verschil aan neerslag en verdamping, dus wat je aan water overhoudt. 

Slide 15 - Diapositive

Nuttige neerslag

Infiltreert voor een deel in de grond. 

Door riolen, uitbreiding bebouwde gebied en rivieren trekt er minder water de grond in.


Slide 16 - Diapositive

2. aanvoer water uit andere gebieden


Bijvoorbeeld water uit rivieren.
In Nederland de Rijn en de Maas.

Slide 17 - Diapositive

3. aanvoer fossiel water
Fossiel water: Water uit de grond dat stamt uit eerdere tijden.

Vaak een aquifer.

Slide 18 - Diapositive

Aquifer
Aquifer Waterhoudende laag in de ondergrond.

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Vidéo

Slide 21 - Lien

Wat ga je doen? 
Maken opdracht 1,2,3 van paragraaf 3.2
timer
5:00

Slide 22 - Diapositive

Water wordt op 3 manieren afgevoerd.

Slide 23 - Diapositive

Zoet water wordt schaars
vernieuwbaar water

Wanneer water wordt aangevuld in het tempo waarin de mens het gebruikt.

niet-vernieuwbaar water

Wanneer mensen meer water gebruiken dan kan worden aangevuld.

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Vidéo


Slide 26 - Diapositive


A
vernieuwbaar water
B
niet-vernieuwbaar water

Slide 27 - Quiz


A
vernieuwbaar water
B
niet-vernieuwbaar water

Slide 28 - Quiz

Wat is duurzaam waterbeheer?

Slide 29 - Diapositive

Duurzaam waterbeheer is:
A
Er wordt alleen gebruik gemaakt van vernieuwbaar water.
B
Er wordt alleen gebruik gemaakt van niet-vernieuwbaar water.

Slide 30 - Quiz

Leerdoelen
  • Je weet alle begrippen die samenhangen met de waterbalans en duurzaam waterbeheer
  • Je begrijpt hoe een waterbalans in elkaar steekt
  • Je kunt het belang uitleggen van duurzaam waterbeheer 

Slide 31 - Diapositive

Maken 
Opdrachten 3.2

Eerst 5 minuten in stilte
timer
5:00

Slide 32 - Diapositive