Het communicatiemodel

1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsSecundair onderwijs

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Bekijk de cartoon
Welk probleem ontstaat er?
Hoe wordt dit probleem in de communicatie veroorzaakt?
Hoe heten we dit communicatieprobleem?
Heb je zelf al eens een situatie meegemaakt waarbij jouw boodschap verkeerd werd begrepen of waarbij jij de boodschap verkeerd had begrepen?

Communicatie?

Slide 2 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

ONTVNGER

Traditioneel communicatiemodel

Slide 3 - Diapositive

erst gepresenteerd door Shannon en Weaver in de jaren '40 en vormt de basis van veel communicatietheorieën
ONTVNGER
ZENDER

Traditioneel communicatiemodel

Slide 4 - Diapositive

De zender is degene die de boodschap verstuurt. Dit kan een persoon, organisatie of een bedrijf zijn. 

vb leerkracht geeft een boodschap aan de lln,  nieuwslezer brengt de boodschap over hoe trump de verkiezingen won, jij stuurt een berichtje naar je vriend 

ZENDER

Traditioneel communicatiemodel
Boodschap

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

ONTVANGER
ZENDER

Traditioneel communicatiemodel
Boodschap

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

ONTVANGER
ZENDER

Traditioneel communicatiemodel
Boodschap
MEDIUM

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

ONTVANGER
ZENDER

Traditioneel communicatiemodel
Boodschap
MEDIUM
Encoderen
Decoderen

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

ONTVANGER
ZENDER

Traditioneel communicatiemodel
Boodschap
MEDIUM
Encoderen
Decoderen
Ruis

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

ONTVANGER
ZENDER

Traditioneel communicatiemodel
Boodschap
MEDIUM
Encoderen
Decoderen
Boodschap
Boodschap
Feedback
Boodschap
Ruis

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Even oefenen

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vorig jaar boekte Sarah, na wekenlang reviews lezen over hotels en het plannen van haar outfits, eindelijk haar droomvakantie naar Spanje.

Op weg naar de luchthaven merkte ze ineens dat haar linker sok lichtjes verschoven zat – een slecht voorteken, dacht ze toen. Bij de paspoortcontrole bleek dat ze haar paspoort was vergeten, en terwijl ze haastig een nieuw ticket probeerde te boeken, realiseerde ze zich dat ze ook haar zonnebril in de taxi had laten liggen.
Eenmaal in Spanje ontdekte ze dat haar koffer zoek was en dat het enige wat ze nog had haar favoriete, maar ietwat versleten strandtas was. De eerste nacht in haar hostel, waar de gordijnen van opvallend lelijk oranje polyester waren, viel de stroom maar liefst vijf keer uit. En dan was er het weer – geen zon, maar stortbuien en een wind die de bladeren deed ritselen alsof er geesten waren.
Toen Sarah uiteindelijk besloot om wat traditionele paella te proberen, kreeg ze voedselvergiftiging en kon ze dagenlang alleen maar rijstwafels en water drinken uit een halflege, vreemd ruikende fles. Zelfs haar telefoon viel uit, precies toen ze haar vrienden wilde bellen om te klagen



1. Maak 3 groepen (3-4 lln / groep)
2. Kies een zender en ontvanger
3. Maak een rij (zender staat eerst de ontvanger laatst)
4. Zender: 
- lees tekst (niet luidop!)  
- vertel de tekst aan de volgende in de rij
5. Ontvanger: vertel boodschap 
Groep 1: Gewoon praten
Groep 2: Fluisteren
Groep 3: Armlengte afstand

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

0

Slide 13 - Vidéo

Wie is de zender in deze situatie?
Wie is de ontvanger in deze situatie? Wat is haar (professionele ) taak?
Binnen welke context speelt deze situatie zich af?
Via welk kanaal / medium speelt de communicatie zich af?
Welke boodschap geeft de zender aan de ontvanger?
Wat is het doel van deze communicatie?
Wordt het doel bereikt? Waarom wel/ niet?
Wat is het effect van deze communicatie? Kan je hier spreken van een geslaagde communicatie?
Wat zou je in deze situatie zelf doen om toch het gewenste effect te krijgen?
Waar in de communicatie kan er ruis optreden? 
zender
ontvanger
context
Medium
boodschap
doel
Feedback / reactie
ruis
de persoon die de boodschap verstuurt
de persoon aan wie de boodschap is gericht
de manier waarop de boodschap wordt gestuurd
alles wat de communicatie verstoort
de situatie waarin de communicatie plaatsvindt
wat er wordt verstuurd
de reden waarom de boodschap wordt gestuurd
het resultaat van de communicatie 

Slide 14 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions