Woordsoorten

Woordsoorten
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Woordsoorten

Slide 1 - Diapositive

Wat weten we nog?

Slide 2 - Diapositive

Welke woordsoorten
ken je?

Slide 3 - Carte mentale

Wat is het LW?
Martin fietste op de fiets van zijn kleine broertje.

Slide 4 - Question ouverte

Wat is het werkwoord?
Martin fietste op de fiets van zijn kleine broertje.

Slide 5 - Question ouverte

Wat is het BN?
Martin fietste op de fiets van zijn kleine broertje.

Slide 6 - Question ouverte

Wat zijn de ZN?
Martin fietste op de fiets van zijn kleine broertje.

Slide 7 - Question ouverte

Wat zijn de VZ?
Rogier gaat morgen voor de eerste keer op vakantie.

Slide 8 - Question ouverte

Wat zijn de ZN in de zin?
Kim opende het bestand, nadat ze het had gescand.

Slide 9 - Question ouverte

Wat zijn de WW in de zin?
Kim opende het bestand, nadat ze het had gescand.

Slide 10 - Question ouverte

Wat is de juiste volgorde?
Hans liet zijn popcorn vallen tijdens de filmvoorstelling.
A
ZN-WW-WW-ZN-WW-X-LW-ZN
B
ZN-VZ-BN-ZN-WW-X-LW-ZN
C
ZN-WW-X-ZN-WW-VZ-LW-WW
D
ZN-WW-X-ZN-WW-VZ-LW-ZN

Slide 11 - Quiz

OPDRACHT
- Maak nu zelf een zin van minimaal zes woorden 
- Wissel je zin met je buurman/-vrouw
- Benoem de woordsoorten 
- Kijk samen naar de antwoorden? Zijn jullie het eens?

Slide 12 - Diapositive