Paragraaf 6.2 - Wat wordt de prijs?

Paragraaf 6.2 - Wat wordt de prijs?
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Paragraaf 6.2 - Wat wordt de prijs?

Slide 1 - Diapositive

Om te produceren zijn productiefactoren nodig. Welke productiefactoren zijn er?
A
Kapitaal, Arbeid, Natuur en Omzet
B
Kennis, Arbeid, Natuur en Omzet
C
Kapitaal, Arbeid, Natuur en Ondernemerschap
D
Kennis, Arbeid, Natuur en Ondernemerschap

Slide 2 - Quiz

De jaarlijkse waardevermindering van een machine noem je de:
A
restwaarde
B
toegevoegde waarde
C
afschrijving
D
overwaarde

Slide 3 - Quiz

Een vulmachine voor pindakaas gaat 10 jaar mee. Calvé heeft de machine gekocht voor € 17.500,- en denkt deze nu nog te kunnen verkopen voor € 6.500,- .
Wat is de afschrijving per jaar? (Schrijf ook je berekening op)

Slide 4 - Question ouverte

Vragen?
VRAGEN over paragraaf 6.1?

Slide 5 - Diapositive

Je leert in deze paragraaf:

  • Hoe je de consumentenprijs berekent.
  • Hoe je kunt berekenen hoeveel de btw is die in de consumentenprijs verwerkt zit.
  • Wat het verschil is tussen afzet en omzet.
  • Wat het verschil is tussen brutowinst en nettowinst en hoe je deze beide berekent. 

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Opgave 6 - blz. 165

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Prijs exclusief btw + btw = prijs inclusief btw
          100%          +       21% =           121%
                                       of
         100%           +       9% =             109%    
BTW berekenen
Opgave 10 - blz. 167

Slide 10 - Diapositive

Paragraaf 6.2
Maken opgave 3, 4, 5, 7, 9 
Blz. 164 t/m 167

Slide 11 - Diapositive

Leerdoelen
1. Je weet wat de afzet is.
2. Je weet hoe je de omzet berekent.
3. Je weet hoe je de brutowinst berekent.
4. Je weet hoe je de nettowinst berekent.

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Slide 15 - Diapositive

Leerdoelen
1. Je weet wat de afzet is = aantal verkochte producten.
2. Je weet hoe je de omzet berekent = verkoopprijs x afzet.
3. Je weet hoe je de brutowinst berekent = omzet - inkoopprijs.
4. Je weet hoe je de nettowinst berekent = 
brutowinst - bedrijfskosten.

Slide 16 - Diapositive

Maken
We gaan maken:
4,5,6,9,10,11

Slide 17 - Diapositive