regeling en beweging biologie

einde van de quiz 
gemaakt door
Nick Scheij & Ben Schoonus
21b 
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 4

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

einde van de quiz 
gemaakt door
Nick Scheij & Ben Schoonus
21b 

Slide 1 - Diapositive

het hormoonstelsel 

Slide 2 - Diapositive

Bij welke verbinding is er geen beweging mogelijk?
A
bewegende verbinding
B
losse verbinding
C
vaste verbindinh
D
snelle verbinding

Slide 3 - Quiz

welke hormonen maken de bijnieren aan?

Slide 4 - Question ouverte

waar ligt het schildklier?
A
in de hals bij het strottenhoofd
B
in de buikholte, bovenop de nieren
C
in de hersenen ter hoogte van je slaap
D
ter hoogte van je navel aan de voorkant van je buik

Slide 5 - Quiz

wat bevind zich in de alvleesklier?

Slide 6 - Question ouverte

welk hormoon maakt de hypofyse aan?
A
schildklierhormonen
B
glucose
C
groeihormonen
D
testosteron

Slide 7 - Quiz

de eilandjes van langer hans maken insuline en glucogon waar zorgen die voor?
A
dat de schoonmoeder van meneer van soest hem aardig vind
B
dat de bloedsuikerspiegel op 0,1 % blijft
C
dat de lever en spieren blijven werken
D
dat het bloed in je lichaam gezond blijft.

Slide 8 - Quiz

beenweefsel 
kraakbeenweefsel
stevig weinig buigzaam
stevig zeer buigzaam
cellen in kringen
cellen groepjes bij elkaar
kalkzouten zorgen voor stevigheid

Slide 9 - Question de remorquage

bij welk gewricht in de beweging in een richting mogelijk

Slide 10 - Question ouverte

Bij welk gewricht is beweging in alle kanten mogelijk?
A
schanier gewricht
B
kogelgewricht
C
rolgewricht
D
bolgewricht

Slide 11 - Quiz

botgroep in arm
botgroep in been
dijbeen
kuitbeen
scheenbeen
opperarmbeen
spaakbeen
ellepijp

Slide 12 - Question de remorquage

Wat geburt er als spiervezels samen trekken?

Slide 13 - Question ouverte

Welke hoort bij de bewegende verbinding?
A
kraakbeen
B
pees
C
opperarm
D
pompbeen

Slide 14 - Quiz

Hoe noem je het als twee spieren samenwerken aan een beweging?
A
dubbele S
B
antagonisten
C
spiergroep
D
tweetal

Slide 15 - Quiz

Zet de werking van het zenuwstelsel op de goede volgorde. 

(volgende dia)

Slide 16 - Diapositive

                           1
        2
            3
             4
           5
        6
zintuigen vangen een prikkel op 
zintuigen zetten prikkel om in impuls
impuls word via een zenuw naar de hersenen gestuurd
grote hersenen verwerken impuls
hersenen maken nieuw impuls en sturen via zenuw naar orgaan
het orgaan reageert

Slide 17 - Question de remorquage

Waar worden prikkels verwerkt in de gevoelscentra?
A
grote hersenen
B
kleine hersenen
C
hersenstam
D
hersenen

Slide 18 - Quiz

Waar word ervoor gezorgd dat alle bewegingen van het lichaam op elkaar zijn afgestemd?
A
grote hersenen
B
kleine hersenen
C
hersenstam
D
hersenen

Slide 19 - Quiz

Waar ligt het ruggenmerg?

Slide 20 - Question ouverte

Welke stof heeft uitlopers?

Slide 21 - Question ouverte

heeft alchol invloed op je hersenen
A
ja
B
nee
C
alleen op lange termijn
D
bij een klein slokje al

Slide 22 - Quiz

wat gebeurt er als je teveel drugs doet
A
dan ga je dood
B
dan word je korte termijn geheugen steeds minder goed
C
dan verdwijnen je hersenen
D
dan kom je in coma

Slide 23 - Quiz

heeft de schakelcel korte of lange uitlopers

Slide 24 - Question ouverte

Wat geleid impulsen van het ruggenmerg naar grote/kleine hersenen?

Slide 25 - Question ouverte

wat verbind het centrale zenuwstelsel met een spier of klier
A
gevoelszenuwcel
B
schakelcel
C
bewegingszenuwcel
D
sikkelcel

Slide 26 - Quiz

hoe noem je het als je je hand terug trekt van bijv warm water

Slide 27 - Question ouverte