H8: Differentiaalrekening

Van grafiek naar toenamediagram
1 / 53
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 53 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Van grafiek naar toenamediagram

Slide 1 - Diapositive

Wat ga je vandaag leren
Wat een toenamediagram is

Hoe je een toenamediagram tekent bij een grafiek

Slide 2 - Diapositive

Maak een toenamediagram met 
Δx=0,5

Slide 3 - Diapositive

Afspraken toenamediagram
1. Je kijkt altijd naar het verschil tussen 2 opvolgende x-waarden.

2. Het bolletje staat rechts van het interval.

3. Op de y-as staat 
Δy

Slide 4 - Diapositive

Zelf aan de slag
Opdracht 2, 3 en 5 van paragraaf 1

Voorkennis naar behoefte zelfstandig

Slide 5 - Diapositive

Van toenamediagram naar grafiek

Slide 6 - Diapositive

Wat ga je vandaag leren

Hoe je een mogelijke grafiek tekent bij een toenamediagram

Slide 7 - Diapositive

Grafiek bij toenamediagram
Dit toenamediagram geeft informatie over
het aantal konijnen in een natuurgebied. 
t = 0 op 1 januari 2020. Op 1 april 2020 zijn
er 850 konijnen.
a) Teken hierbij een mogelijke grafiek
b) Natuurbosbeheer zegt dat het aantal 
konijnen 1 keer minimaal was, in februari. 
Zou dat kunnen kloppen?

Slide 8 - Diapositive

Zelf aan de slag
Opdracht 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13

Je hebt 2 lessen om dit af te maken, morgen komt er geen nieuwe theorie.

Slide 9 - Diapositive

Gemiddelde verandering

Slide 10 - Diapositive

Wat ga je vandaag leren

Hoe je een gemiddelde verandering uitrekent en noteert

Slide 11 - Diapositive

Wat vind jij?
Stijn heeft een overzicht gemaakt van de 
toename in de Nederlandse bevolking in
miljoen van de afgelopen 180 jaar.
Hij zegt dat de toename sinds 1840 is
afgenomen. Wat vind jij?

Slide 12 - Diapositive

Gemiddelde verandering
ΔtΔN=tbtaNbNa

Slide 13 - Diapositive

Kwam het je bekend voor?
Gemiddelde verandering
Differentiequotiënt
=
Helling
=
Richtingscoëfficiënt

Slide 14 - Diapositive

Voorbeeld (opdr 23), a en c

Slide 15 - Diapositive

Zelf aan de slag

Opdracht 18, 21, 22b, 26


Slide 16 - Diapositive

Hellinggrafieken

Slide 17 - Diapositive

Wat ga je deze les leren?

Je kunt een hellinggrafiek schetsen bij een gegeven grafiek

Je kunt bij een hellinggrafiek een oorspronkelijke grafiek schetsen.

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

Vraag
Femke Bol wint de race door haar 400 meter te lopen in 49,44 seconden.

a) Wat is haar gemiddelde snelheid over deze 400 meter? 

De tweede helft loopt ze in 23,60 seconden.

b) Wat is haar gemiddelde snelheid over de tweede helft?

Iemand wil weten met welke snelheid Bol over de finish komt. Hoe kun je deze snelheid benaderen? 


Slide 20 - Diapositive

Hellinggrafiek

Wat is het?

Slide 21 - Diapositive

Welke grafiek is de hellinggrafiek van de ander?

Slide 22 - Diapositive

Zelf aan de slag

Opdracht 39, 40, 41, 42, 43

Slide 23 - Diapositive

Afgeleide

Slide 24 - Diapositive

Wat ga je deze les leren?

Wat de afgeleide is

Wat de basisregels zijn voor het berekenen van de afgeleide

Slide 25 - Diapositive

Hellinggrafieken en afgeleiden
Teken 3 lijnen in je schrift:                 ,                       en 

Teken hieronder / hiernaast de hellinggrafiek van deze 3 lijnen. Wat valt je op? 


y=2
y=2x
y=x2

Slide 26 - Diapositive

De afgeleide algemeen

geeft

geeft

geeft

geeft
Voorbeeld



geeft


f(x)=a
f(x)=ax
f(x)=x2
f(x)=0
f(x)=a
f(x)=a2x
f(x)=4x23x+17
f(x)=8x3
f(x)=axn
f(x)=naxn1

Slide 27 - Diapositive

Nu zelf: bereken de afgeleide
f(x)=2x43x3+x29x+7

Slide 28 - Diapositive

Zelf aan de slag

Opdracht 45, 46, 47, 48, 49, 51, 52, 53, 54, 55

Je hebt 2 lessen om dit af te maken. Op maandag komt er weer nieuwe stof

Slide 29 - Diapositive

Notaties voor de afgeleide
Afgeleide met gebroken en negatieve exponenten

Slide 30 - Diapositive

Wat ga je deze les leren?
Leren wat 'differentiëren naar' betekent en hoe je dit noteert

Herhalen rekenregels voor machten met gebroken en negatieve exponenten

Afgeleide berekenen bij machten met gebroken en negatieve exponenten

Slide 31 - Diapositive

Wat hebben we al gezien?


geeft

geeft

geeft




geeft


f(x)=a
f(x)=ax
f(x)=x2
f(x)=0
f(x)=a
f(x)=a2x
f(x)=axn
f(x)=naxn1

Slide 32 - Diapositive

Maar hoe doe je dat bij?

of
f(x)=3x
g(x)=x32

Slide 33 - Diapositive

Rekenregels voor machten

en
paq=apq
ap1=ap

Slide 34 - Diapositive

Dus:
f(x)=3x
g(x)=x32

Slide 35 - Diapositive

Differentiëren naar
Gegeven is de formule 

a) Differentieer naar a

b) Bereken 
R=5a23ab35abc+5a3
dbdR

Slide 36 - Diapositive

Zelf aan de slag

Opdracht 61, 62, 63, 64, 65, 66



Slide 37 - Diapositive

Kettingregel

Slide 38 - Diapositive

Wat ga je deze les leren?


Afgeleide berekenen van samengestelde functies

Slide 39 - Diapositive

Hoe zou je dit doen?
Bereken de afgeleide van
f(x)=(3x+5)4

Slide 40 - Diapositive

Slide 41 - Diapositive

Kettingregel
Algemeen                                                        


dan


k(x)=f(g(x))
k(x)=f(g(x))g(x)

Slide 42 - Diapositive

a) Wat is f(u) en wat is g(x) hier?

b) Wat zijn de afgeleides daarvan?

c) Wat is de afgeleide van h(x) dan?
h(x)=(2x24x)5

Slide 43 - Diapositive

Zelf aan de slag

Opdracht 68, 69, 70



Slide 44 - Diapositive

Extreme waarden berekenen

Slide 45 - Diapositive

Wat ga je deze les leren?


Hoe je de afgeleide gebruikt om een extreme waarde te berekenen

Slide 46 - Diapositive

Plot de grafiek 
a) Hoeveel extreme waarden heeft deze grafiek? 

b) Welke helling heeft de grafiek in de extreme waarden?

c) Bereken de afgeleide. Hoe zou je deze kunnen gebruiken om de extreme waarden te vinden? 
f(x)=x3+4x

Slide 47 - Diapositive

Zelf aan de slag

Opdracht 73, 74, 75, 76, 77



Slide 48 - Diapositive

Functies met een parameter

Slide 49 - Diapositive

Wat ga je deze les leren?


Hoe je maximaliseringsproblemen met een parameter oplost.

Slide 50 - Diapositive

Wat weet je nog van voor de vakantie?

De maandelijkse winst van een bedrijf wordt gegeven door de formule 


Hierin is W de winst in euro's en q de productie in duizendtallen. 

Bij welke productie is de winst maximaal?
W(q)=0,01q3+1,5q248q200

Slide 51 - Diapositive

Vandaag
Bij de productie van mobiele telefoonhoesjes is de opbrengst gegeven door de formule:


Hierin is R de opbrengst in euro's en q de productie in 1000 stuks. a is een constante die afhangt van de complexiteit van het design.

Voor welke q is R maximaal?
R=aq2+40q

Slide 52 - Diapositive

Zelf aan de slag

Opdracht 79, 80, 81, 82, 83



Slide 53 - Diapositive