Diagonaalvlakken en doorsnedes

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Diagonaalvlakken en doorsnedes

Je leert:

* diagonaalvlakken en doorsnedes benoemen

* Pythagoras toepassen in ruimtefiguren

* diagonaalvlakken en doorsnedes op ware grootte tekenen

Hiernaast zie je een kubus. Hoe heet het blauwe vlak?

1. BDFH
2. DBFH
3. HFBD
4. BFHD

Welke vorm heeft het blauwe vlak?

1. parallellogram
2. vierkant
3. rechthoek
4. kubus

Hoe lang is zijde BF?

1. Dat moet je berekenen met Pythagoras
2. Dat kun je niet weten
3. Dat moet je opmeten
4. 5 cm

Hoe lang is zijde FH?

1. Dat moet je berekenen met Pythagoras
2. Dat kun je niet weten
3. Dat moet je opmeten
4. 5 cm

Bereken de lengte van BD met Pythagoras en rond af op 1 decimaal.

Teken nu diagonaalvlak DBFH op ware grootte in je schrift

Hiernaast zie je een balk. Hoe heet het gele vlak?

1. ABFE
2. AEGC
3. ACGH
4. ACGE

Maak een schets van ACGE in je schrift. Een schets teken je zonder liniaal en niet op ware grootte maar rechte hoeken zijn wel recht.

Bereken de lengte van AC met Pythagoras en rond af op 1 decimaal.

Teken nu diagonaalvlak op ware grootte in je schrift

PCGQ is een doorsnede van de balk. Maak een schets van PCGQ. Van welke zijden weet je de lengte?

Bereken de lengte van PC met Pythagoras en rond af op 1 decimaal.

Teken nu doorsnede PCGQ op ware grootte in je schrift

Teken doorsnede DPQH op ware grootte in je schrift

Teken doorsnede PQGH op ware grootte in je schrift