4 vwo 11 mei

Wat gaan we doen?
Bespreken 3.1 t/m 3.4
inleiding kostensoorten
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Wat gaan we doen?
Bespreken 3.1 t/m 3.4
inleiding kostensoorten

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

paragraaf 3.2
De lesbrief neemt kleding als voorbeeld.
Kleding komt voornamelijk uit niet-westerse landen omdat het erg arbeidsintensief is

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

afschrijving
waardevermindering van een duurzaam kapitaal goed.
Afschrijving = Aanschafprijs- restwaarde
                          levensduur


Slide 5 - Diapositive

Constante & variabele kosten
Er zijn twee soorten totale kosten:
- Totale constante kosten (TCK): onafhankelijk van de productieomvang.
- Totale variabele kosten (TVK): afhankelijk van de productieomvang


Slide 6 - Diapositive

Gemiddelde kosten per product
De gemiddelde kosten, zijn de kosten per product
  • GVK = TVK / q --> variabele kosten per product
in paragraaf 3.3. bespreken we drie soorten variabele kosten.

  • GCK = TCK / q --> constante kosten per product
--> Gemiddelde constante kosten per product dalen als de productie toeneemt.

Slide 7 - Diapositive

(Gemiddelde) totale kosten
De variabele kosten en de constante kosten samen zijn de totale kosten
--> TK = TVK + TCK
Bijvoorbeeld TK=5q+10.000
De gemiddelde variabele kosten en de gemiddelde constante kosten zijn samen de gemiddelde totale kosten
--> GTK = GVK + GCK

Slide 8 - Diapositive

- kosten per product zijn € 5
- er is € 10 aan constante kosten.
A
TK = 5q + 10
B
TK = 10q + 5
C
GVK = 5q
D
GCK = 10

Slide 9 - Quiz

TK = 0.5Q+500. Bij 50 stuks zijn de vaste kosten per product.
A
€10
B
€25
C
€500
D
€1.250

Slide 10 - Quiz

Wat is de formule voor variabele kosten?
A
TVK=p x q
B
TCK= p x q
C
TVK= VK x q
D
TVK= TK x q

Slide 11 - Quiz

Gegeven:
TCK = €25.000
GVK = €10
Bij een productieomvang van 10.000 stuks geldt:
A
GCK: €2,50 TK: €25.010
B
GCK: €2,50 TK: € 125.000
C
GCK: €25.000 TK: €25.010
D
GCK: €2.500 TK: €125.000

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Lien

voor de volgende les
maken opdracht 3.5 t/m 3.7

Slide 15 - Diapositive