Les 2. Basisstof 2. Fenotype, genotype en epigenetica

Basisstof 2. Fenotype, genotype en epigenetica

Aan het einde van de les kan je uitleggen wat er wordt bedoeld met het fenotype en het genotype en hoe deze tot stand komen. En wat er bij epigenetica onderzocht wordt. 


1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Basisstof 2. Fenotype, genotype en epigenetica

Aan het einde van de les kan je uitleggen wat er wordt bedoeld met het fenotype en het genotype en hoe deze tot stand komen. En wat er bij epigenetica onderzocht wordt. 


Slide 1 - Diapositive

Huiswerk nakijken
Opdracht 1. 

Slide 2 - Diapositive

Wat weet jij over DNA
en erfelijkheid?

Slide 3 - Carte mentale

Genen
Voor elke erfelijke eigenschap geldt:
Je hebt 1 gen van je moeder en 1 gen van je vader gekregen

Slide 4 - Diapositive

Een baby is dus een mix van 2 sets van 23 genen
De moeder heeft voor elke erfelijke eigenschap 2 genen. Ze geeft er maar 1 door in haar eicel van elke eigenschap.
De vader heeft dit ook. 

Een baby is dus een mix van de genen.

Slide 5 - Diapositive

Tweelingen
Eeneiige tweeling: tweeling die uit 1 bevruchtig is ontstaan. Hebben dus precies hetzelfde genotype.

Twee-eiige tweeling: onstaan uit 2 bevruchtingen dus niet hetzelfde genotype.

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive



Genotype: de informatie voor alle erfelijke eigenschappen. Kun je niet veranderen. Staat vast in je genen. Dit kan je doorgeven.




Fenotype: alle uiterlijke kenmerken. Kun je veranderen. Kan je niet doorgeven.  

Slide 8 - Diapositive

 Genotype & Fenotype
(Plotselinge) verandering
= modificatie
(Plotselinge) verandering
= mutatie

Slide 9 - Diapositive

Wat wordt er bedoeld met de DNA-sequentie?

Slide 10 - Question ouverte

Epigenetica
DNA-sequentie: de volgorde van de bouwstenen (A-T en C-G) is de code voor de erfelijke informatie. 

De DNA sequenties van verschillende genen (bv. haarkleur en de vorming van je nagels) verschillen duidelijk van elkaar. 

Genen kun je aan/uit zetten, onder bepaalde omstandigheden staan bepaalde genen aan. Deze genen komen dan tot uiting. Dit noemen we genexpressie. Dit hangt af van de plaats, regelgenen (die andere genen aan/uit zetten) en milieufactoren. 

Slide 11 - Diapositive

Epigenetica
De studie van wijzigingen in de genexpressie zonder dat er wijzigingen in de DNA-sequentie plaatsvinden, wordt epigenetica genoemd. 

Deze wijzigingen zijn omkeerbaar (het DNA is niet veranderd). Ze kunnen ook stabiel en erfelijk zijn. 

Slide 12 - Diapositive

Leg uit wat het verschil is tussen het genotype en het fenotype?

Slide 13 - Question ouverte

Wanneer komt het genotype tot stand?
En hoe komt het fenotype tot stand?

Slide 14 - Question ouverte

Wat wordt er bestudeerd bij epigenetica?

Slide 15 - Question ouverte

Huiswerk 
Maken opdracht 2, 3 en 4

Slide 16 - Diapositive