Past Simple Je gebruikt deze vorm als je het hebt over feiten, gewoonten etc. die in het verleden gebeurd zijn en nu helemaal klaar zijn.
-ed achter de stam van het werkwoord
I talked to Jim this morning
She played with her brother
Past Continuous Je gebruikt de Past Continuous als je wil zeggen dat iets op een bepaald moment in het verleden een tijd(je) aan de gang was.
was/were + werkwoord met -ing erachter
I was playing
She was eating