3M1: H2- 2.1

1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Welkom!

     Pak je boek, schrift, pen 
     en MacBook (als je meedoet aan LessonUp)

Slide 2 - Diapositive

Programma
  • Huiswerk in classroom
  • 2.1 Koers en kaart
  • Opgaven maken
Programma
Pak je chromebook,
rekenmachine, schrift, boek en pen

Slide 3 - Diapositive

Aanwezigheidscontrole

Slide 4 - Diapositive

Huiswerk in classroom
  • Bij een aantal top: gemaakt met uitwerkingen én nagekeken
  • Sommigen moeten gaan nakijken
  • Paar nog steeds niets ingeleverd...
  • Matthew, Kasao en Jaydeny: ga in classroom. Zie mail of klasgenoot voor de code

Slide 5 - Diapositive

Opgaven maken

Huiswerk voor morgen:
8,9,10,11,14,16,17,18,20

Slide 6 - Diapositive

2.1 Koers en kaart
Deze les leer je een:
  • koershoek meten
  • koershoek tekenen
  • schaal rekenen

    
Deze les je geodriehoek of windroos nodig

Slide 7 - Diapositive

2.1 Koers en kaart
koershoek meten
    

Slide 8 - Diapositive

2.1 Koers en kaart
De gele lijn = noordlijn 

belangrijk
bij koers meten

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Wat doe je als eerste
om de koers
te bepalen?
A
een rechthoekige driehoek maken
B
een lijn vanaf Douglas omhoog
C
een lijn vanaf Southport omhoog

Slide 11 - Quiz

Is de koershoek
meer of minder
dan 180 graden?
A
minder
B
meer

Slide 12 - Quiz

Je meet een hoek van
120 graden (zie plaatje).
Hoeveel is de koershoek?
A
120 graden
B
120 + 180 = 300 graden

Slide 13 - Quiz

Zet op volgorde wat je doet 
om een koers te bepalen
als eerste
als tweede
als derde
als laatste
noordlijn tekenen
hoek meten
nadenken:
 wel of niet 
+ 180 graden
hoek uitrekenen

Slide 14 - Question de remorquage

2.1 Koers en kaart

koershoek tekenen

    

Slide 15 - Diapositive

2.1 Koers en kaart
tot 2,01 minuten

Slide 16 - Diapositive

Vanuit Douglas een
koers van 280 graden.
Welke lijn is dat?
A
A
B
B
C
C

Slide 17 - Quiz

Vanuit Douglas een
koers van 49 graden.
Welke lijn is dat?
A
A
B
B
C
C

Slide 18 - Quiz

Vanuit Douglas een
koers van 135 graden.
Welke lijn is dat?
A
A
B
B
C
C

Slide 19 - Quiz

2.1 Koers en kaart

schaal rekenen
    

Slide 20 - Diapositive

2.1 Koers en kaart
Je moet uit je hoofd weten 
hoe hard
je gemiddeld fietst

Slide 21 - Diapositive

Hoeveel kilometer in een uur
fietst iemand gemiddeld?
A
1 km/uur
B
5 km/uur
C
15 km/uur
D
20 km/uur

Slide 22 - Quiz

2.1 Koers en kaart
Je moet ook uit je hoofd weten 
hoe snel
je gemiddeld wandelt

Slide 23 - Diapositive

Hoeveel kilometer in een uur
wandelt iemand gemiddeld?
A
1 km/uur
B
5 km/uur
C
15 km/uur
D
20 km/uur

Slide 24 - Quiz

2.1 Koers en kaart
schaal    1  :  800 000
betekent
1 cm op de kaart is 800 000 cm 
in het echt

Slide 25 - Diapositive

2.1 Koers en kaart
dus 1 cm  =   800 000 cm in het echt
        

Slide 26 - Diapositive

2.1 Koers en kaart
dus 1 cm  =   800 000 cm in het echt
        1 cm  =   8000 meter
 

Slide 27 - Diapositive

2.1 Koers en kaart
dus 1 cm  =   800 000 cm in het echt
        1 cm  =   8000 meter
        1 cm  =   8 km

Slide 28 - Diapositive

2.1 Koers en kaart
dus 1 cm  =   800 000 cm in het echt
        1 cm  =   8000 meter
        1 cm  =   8 km
Reken altijd om naar km

Slide 29 - Diapositive

2.1 Koers en kaart
Je gaat nooit rechtstreeks
Dus 8 kilometer moet keer 1,2

Slide 30 - Diapositive

schaal 1 : 5 000 000
Bereken de afstand die je aflegt.
A
5 000 000 cm = 5 km
B
5 000 000 cm = 5 km 5 x 1,2 = 6 km
C
5 000 000 cm = 50 km
D
5 000 000 cm = 50 km 50 x 1,2 = 60 km

Slide 31 - Quiz

schaal 1 : 400 000
Bereken de afstand die je aflegt.
A
400 000 cm = 4 km
B
400 000 cm = 4 km 4 x 1,2 = 4,8 km
C
400 000 cm = 40 km
D
400 000 cm = 40 km 40 x 1,2 = 48 km

Slide 32 - Quiz

2.1 Koers en kaart
Hoe lang doe je over 48 km
op de fiets?
Je fietst 15 kilometer per uur
48 : 15 = 3,2 uur

Slide 33 - Diapositive

Je wandelt 15 kilometer.
Hoe lang doe je daar over?
A
15 : 25 = 0,6 uur
B
15 : 15 = 1 uur
C
15 : 5 = 3 uur

Slide 34 - Quiz

Je fietst 45 kilometer.
Hoe lang doe je daar over?
A
45 : 25 = 1,8 uur
B
45 : 15 = 3 uur
C
45 : 5 = 9 uur

Slide 35 - Quiz

Wat doe je als 1e, 2e, 3e en 4e als je
de tijd berekent om van A naar B te wandelen
1e
2e
3e
4e
meten hoeveel cm het op de kaart is
via de schaal het aantal cm omrekenen naar echte afstand in km
afstand 
keer 1,2 
reisafstand delen door 5

Slide 36 - Question de remorquage

Opgaven maken

Huiswerk voor morgen:
8,9,10,11,14,16,17,18,20

Donderdag op classroom:
Voorkennis: 6,7,8,9
2.1: 1,4,8,9,10,11,14,16,17,18,20
2.2: 21,23,26,27,28,29,30,34,35,36

Slide 37 - Diapositive