hfdst 7 motiveren

• Facilitair Leidinggevende
• MBO
• Studiejaar 3

hfdst 7 motivatie

leiding geven 

wat is motivatie?

motiveren 

jezelf/ander bereid maken iets te presteren of doen

motief: de reden om iets te doen of laten

wat vind jij belangrijker

intrinsieke motivatie

extrinsieke motivatie

extrinsieke motivatie ..

1. komt van buitenaf, gebeurt niet altijd en is niet altijd bewust
2. komt van binnen, gebeurt vaak en niet altijd bewust
3. komt van buitenaf, gebeurt vaak en bewust
4. komt van binnen, gebeurt zelden en bewust

intrinsieke motivatie..

1. zorgt voor slechtere resultaten en komt van buitenaf
2. zorgt vaak voor betere resultaten en komt van binnenuit
3. zorgt vaak voor betere resultaten en komt van buitenaf
4. zorgt vaak voor slechtere resultaten en komt van binnenuit

voorbeeld van extensieve motivatie

1. sporten omdat je daarvan direct geniet
2. leren voor iets, omdat je er graag beter in wilt worden
3. een spel spelen, omdat je plezier haalt uit het spelen
4. een niet zo leuke bijbaan aannemen omdat je geld nodig hebt

voorbeeld van intrinsieke motivatie

1. je spaart omdat je, je vriend(in) helpt met het sparen voor een auto
2. je gaat alleen naar school voor de studie
3. je traint veel omdat je je fitter wilt voelen
4. je bent aanwezig in de les omdat dat moet van de docent

3 motivatie theorieën 

1. behoeftepiramide van Maslow 

Primaire behoeften (eerste levensbehoeften):

- lichamelijke of fysiologische behoeften, zoals eten, drinken en onderdak

- behoefte aan veiligheid en zekerheid (ofwel bestaanszekerheid). 

Secundaire behoeften (behoeften die komen na de primaire behoeften):

- behoefte aan sociale acceptatie

- behoefte aan erkenning en waardering

- behoefte aan zelfontplooiing of zelfrealisatie. 

-is een bepaalde behoefte voorzien dan ga je naar een hoger niveau

2 verwachtingstheorie van Vroom 

2.verwachtingstheorie van Vroom

Dit is een theorie die ervan 

uitgaat dat de motivatiesterkte voor een taak wordt bepaald door de kans op een 

succesvol uitvoeren van de taak, de mate waarin de taak bijdraagt aan de gewenste 

resultaten en de waarde van deze resultaten.

 Vroom zegt dat de mate waarin iemand gemotiveerd is om een taak uit te voeren, de

motivatiesterkte, afhangt van drie factoren:

1. verwachting over de taak: de inschatting hoe goed hij de taak kan uitvoeren

2. instrumentaliteit: het vertrouwen dat de gewenste resultaten worden behaald, als

de taak goed wordt uitgevoerd (bijvoorbeeld een beloning)

3. valentie: de waarde van de resultaten (bijvoorbeeld de beloning).

Kortom: een medewerker zal meer inspanning verrichten als  :

- hij verwacht de taak goed uit te voeren

- hij verwacht dat het goed uitvoeren van de taak leidt tot een bepaald gewenst

resultaat

- dit resultaat is belangrijk. 

mate motivatie = "motivatiesterkte = verwachting x instrumentaliteit x valentie"

3.motivatie theorie Herzberg

 De motivatie-hygiënetheorie van Herzberg: stelt dat twee soorten

factoren invloed hebben op de motivatie van medewerkers

 factoren die de motivatie

positief kunnen beïnvloeden (motivators) en factoren die de motivatie negatief kunnen

beïnvloeden (hygiënefactoren). 

Hygiënefactoren moeten acceptabel zijn, anders zijn de medewerkers niet gemotiveerd.

Motivatie verhogen

beloning en omstandigheden verbeteren, bijvoorbeeld salaris en baanzekerheid

functie-inhoud aanpassen door taakverrijking, taakverbreding en taakroulatie

werken met strokes

stroke = positieve of negatieve aandacht van de leidinggevende aan de medewerker

positief, neutraal of negatief

Emotionele bankrekening in balans houden staat voor het opgebouwde vertrouwen en de goodwill die de leidinggevende heeft opgebouwd.

Beïnvloedingsstrategieën van Cialdini

wederkerigheid > mensen willen eerder iets doen als iemand ook iets voor hen deed

commitment en consistentie > als mensen zich ergens aan binden willen ze dit consistent doen

sociale bewijskracht > mensen doen sneller iets als veel anderen het ook doen

sympathie > mensen doen eerder iets tegen mensen die aardig lijken of zijn

autoriteit > mensen doen eerder iets als iemand met autoriteit en gezag hen dit adviseert

schaarste > mensen vinden iets waardevoller als het schaars is