Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
B1D oefenen voor de eindtoets
Oefentoets
1 / 37
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Cette leçon contient
37 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Oefentoets
Slide 1 - Diapositive
Welk woord is het voorzetsel in de zin:
Je hart pompt bloed door je hele lichaam.
A
Je
B
bloed
C
door
D
hele
Slide 2 - Quiz
Welk woord is het voorzetsel in de zin:
Met behulp van röntgenfoto’s kunnen artsen een breuk vaststellen.
A
Met
B
van
C
een
D
vaststellen
Slide 3 - Quiz
Zet het goede voorzetsel in de zin:
Het is belangrijk dat jullie goed […] de tuin zorgen, als wij op vakantie zijn.
Slide 4 - Question ouverte
Zet het goede voorzetsel in de zin:
Waarom gaf de regering alle reizigers […] Bangkok vanochtend een negatief reisadvies?
Slide 5 - Question ouverte
In welke zin staat een voorzetsel?
A
De buurvrouw pakte daarnet de vogel vast.
B
De buurman legde de dode vogel weg.
C
De bioloog zette de kat op de tafel.
Slide 6 - Quiz
In welke zin staat een voorzetsel?
A
De verkoopster liet de zak met snoepjes vallen.
B
De verkoopster bekeek zojuist de zak met snoepjes.
C
De verkoopster pakte een nieuwe zak snoepjes uit het magazijn.
D
De verkoopster rende de jongens achterna.
Slide 7 - Quiz
werkwoordspelling
In de tegenwoordige tijd bestaan er 3 regels:
- ikvorm van het werkwoord
-ikvorm+t
-wijvorm (hele werkwoord)
ik koop / loop / fiets / gooi
hij/zij/het koop
t /
loop
t /
fiets
t /
gooi
t
wij
kopen
/
lopen
/
fietsen
/
gooien
Slide 8 - Diapositive
Schrijf de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd:
Ik (leggen) alle viltstiften in het mapje: alle kleuren bij elkaar.
Slide 9 - Question ouverte
Schrijf de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd:
Hij (schrijven) heel netjes met potlood, maar niet met pen.
Slide 10 - Question ouverte
Schrijf de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd:
Wij (liggen) heerlijk in de zon naast het zwembad.
Slide 11 - Question ouverte
werkwoordspelling
In de
verleden
tijd maak je eerst de keuze:
- het werkwoord verandert
wel
van klank
- het werkwoord verandert
niet
van klank
- het werkwoord verandert niet van klank en eindigt op een letter uit:
TK.FSCH.P
lopen - liepen / klimmen - klommen
branden - brandden / raden - raadden
verlich
t
en-verlichtten / per
s
en -persten
Slide 12 - Diapositive
Schrijf de persoonsvorm in de verleden tijd:
Ik (zingen) de hele dag toen ik een goed cijfer voor de toets had.
Slide 13 - Question ouverte
Schrijf de persoonsvorm in de verleden tijd:
Hij (klimmen) over het hekje om bij de lammetjes te komen.
Slide 14 - Question ouverte
Schrijf de persoonsvorm in de verleden tijd:
Wij (vinden) de wedstrijd tussen Nederland en Oostenrijk vorige week heel spannend!
Slide 15 - Question ouverte
Wat gebeurt er altijd met een sterk werkwoord in de verleden tijd?
Je mag meer dan een antwoord geven!
ik koop / loop / fiets / gooi
A
Het werkwoord krijgt -te(n) of -de(n) achter de ik-vorm.
B
Het werkwoord verandert van klank.
C
Het werkwoord wordt langer gemaakt.
D
Het werkwoord wordt zo kort mogelijk geschreven.
Slide 16 - Quiz
Schrijf de persoonsvorm in de verleden tijd:
Ik (proberen) de opdrachten goed te maken.
Slide 17 - Question ouverte
Schrijf de persoonsvorm in de verleden tijd:
Hij (branden) zijn vingers aan de hete kookplaat.
Slide 18 - Question ouverte
Schrijf de persoonsvorm in de verleden tijd:
Wij (raden) de uitslag van de wedstrijd goed!
Slide 19 - Question ouverte
Is de persoonsvorm in deze zin goed geschreven?
Toen ik in mijn vinger sneed, bloedde het heel erg!
ik koop / loop / fiets / gooi
bloedde
A
JA!
B
NEE!
C
Ik weet het niet
Slide 20 - Quiz
Waarom is de persoonsvorm in deze zin WEL goed geschreven?
Toen ik in mijn vinger sneed, bloedde het heel erg!
Slide 21 - Question ouverte
Schrijf de persoonsvorm in de verleden tijd:
Ik (fietsen) gisteren wel 25 kilometer per uur!
Slide 22 - Question ouverte
Schrijf de persoonsvorm in de verleden tijd:
Hij (persen) de citroenen fijn.
Slide 23 - Question ouverte
Schrijf de persoonsvorm in de verleden tijd:
Vorige week (lunchen) we met mijn opa en oma.
Slide 24 - Question ouverte
Is de persoonsvorm in deze zin goed geschreven?
Na het bezoek aan de kapper kniptte Liana haar haar nog een beetje bij.
ik koop / loop / fiets / gooi
A
JA!
B
NEE!
C
Ik weet het niet
Slide 25 - Quiz
Waarom is de persoonsvorm in deze zin niet goed geschreven?
Na het bezoek aan de kapper kniptte Liana haar haar nog een beetje bij.
Slide 26 - Question ouverte
liggen / leggen
Werkwoord
leggen
:
gebruik je als je iets
aan het doen
bent
,
of als het onderwerp
iets aan het doen is.
Werkwoord
liggen
:
gebruik je als iets / iemand
stil ligt
Slide 27 - Diapositive
Is deze zin goed geschreven?
De kip legt elke dag 6 eieren.
A
JA!
B
NEE!
C
Ik weet het niet
Slide 28 - Quiz
Is deze zin goed geschreven?
Ik lig de handdoeken in de kast.
A
JA!
B
NEE!
C
Ik weet het niet
Slide 29 - Quiz
Is deze zin goed geschreven?
De handdoeken liggen in de kast.
A
JA!
B
NEE!
C
Ik weet het niet
Slide 30 - Quiz
Is deze zin goed geschreven?
De kippen leggen in het hooi.
A
JA!
B
NEE!
C
Ik weet het niet
Slide 31 - Quiz
zinsontleding
Je kunt in de zin de volgende zinsdelen vinden:
de persoonsvorm (pv)
het onderwerp (ow)
alle
werkwoorden (wg)
het lijdend voorwerp (lv)
het meewerkend voorwerp (mv)
houd je nog iets over? dan is dat
bwb
Een werkwoord van
MV
BWB
ow
Slide 32 - Diapositive
Welk zinsdeel staat niet in de volgende zin:
Houd je ook zo van chocolade met nootjes?
A
persoonsvorm
B
werkwoordelijk gezegde
C
onderwerp
D
lijdend voorwerp
Slide 33 - Quiz
Wat is het lijdend voorwerp in de volgende zin:
De bakker pakte de koekjes uit de oven.
Slide 34 - Question ouverte
Ik denk dat ik me goed heb voorbereid op de eindtoets
0
100
Slide 35 - Sondage
Ik ben blij met u als docent Nederlands, want nu snap ik alles een beetje beter
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 36 - Sondage
DANK JULLIE WEL VOOR DIT LEUKE SCHOOLJAAR!
Dikke knuffel van mevrouw Oole
Slide 37 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Thema 2 klas 4
Octobre 2023
- Leçon avec
13 diapositives
Spelling persoonsvorm in de vt
Juin 2019
- Leçon avec
25 diapositives
Steunles spelling
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1
Spelling persoonsvorm in de tt
Juin 2019
- Leçon avec
36 diapositives
Steunles spelling
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
Werkwoordspelling tegenwoordige tijd
Septembre 2024
- Leçon avec
20 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Werkwoordspelling tegenwoordige tijd
il y a 23 jours
- Leçon avec
20 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Eerste les schooljaar
Janvier 2021
- Leçon avec
27 diapositives
Mentorles
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3
Thema 2, week 3 Toets (goede leerdoelen)
Septembre 2022
- Leçon avec
25 diapositives
Taal
Basisschool
Groep 6
Oefentoets taalverzorging mh1
Février 2023
- Leçon avec
35 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1