laatste les voor listening

Unit Babel
Laatste les voor listening assessment
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 6

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Unit Babel
Laatste les voor listening assessment

Slide 1 - Diapositive

Wat doen we vandaag?
Reading assessment bespreken
korte herhaling global context
herhaling van signaalwoorden
evt. luisteren oefenen

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Signaalwoorden

Slide 6 - Diapositive

.
Wat hebben een vuurtoren en signaalwoorden
 met elkaar gemeen?

Slide 7 - Question ouverte

Lees de onderstaande tekst
Mert werd geboren in Turkije. Toen hij acht was verhuisde hij naar Nederland. Toen hij in Nederland was ging hij daar naar school. Dat vond hij stom. En toen werd hij vrienden met Kees. En toen vond Mert het iets leuker in Nederland. Toen bedacht hij dat hij op voetbal wilde. Dat mocht niet van zijn moeder. Toen ging Mert maar gewoon stiekem voetballen met de buurkinderen. 
Wat valt je op aan de tekst? What do you notice about the text?

Slide 8 - Diapositive

Lees de onderstaande tekst
Mert werd geboren in Turkije. Toen hij acht was verhuisde hij naar Nederland. Toen ging hij daar naar school. Dat vond hij stom. Toen sprak hij nog bijna geen Nederlands. En toen werd hij vrienden met Tom. En toen vond Mert het iets leuker in Nederland. Toen bedacht hij dat hij op voetbal wilde. En toen mocht dat niet van zijn moeder. Toen ging Mert maar gewoon stiekem voetballen met de buurkinderen. 

Slide 9 - Diapositive

Signaalwoorden
Er zijn heel veel meer signaalwoorden dan alleen maar 'toen'. Ook geven verschillende signaalwoorden verschillende verbanden (connections) aan:

Slide 10 - Diapositive

Mert werd geboren in Turkije.                                    hij acht was verhuisde hij naar Nederland en 

ging daar naar school. Dat vond hij stom                                    hij nog bijna geen Nederlands sprak.

Gelukkig werd hij vrienden met Tom.                                       vond Mert het iets leuker in Nederland. 

                                    hij op voetbal mocht, werd het vast nog leuker.                                       dat mocht 

niet van zijn moeder.                                          ging Mert maar gewoon voetballen met de

 buurkinderen. 
Lees de aangepaste tekst en sleep de signaalwoorden naar de juiste plek.
Toen
omdat
Daardoor
Als
Maar
Daarom

Slide 11 - Question de remorquage

Signaalwoorden-welke ken je?
voorbeeld
  • zoals/such as
  • bijvoorbeeld/for example
opsomming/enumeration 
  • en/and
  • verder/further
  • ten eerste/first
  • tenslotte/finally
tegenstelling/contradiction
  • maar/but
  • toch/however
  • echter/however
  • hoewel/even though
vergelijking/comparision
  • net als/just like
  • evenals/also
  • zoals/such as
reden/reason/verklaring/explana-tion
  • omdat/because
  • want/as
  • daarom
oorzaak-gevolg
  • want/as
    doordat/because ofdaardoor/be-cause of that
doel/purpose-middel/means
  • daarmee/with that
  • door middel van/by
voorwaarde/pre-
requisite
  • als/if
  • indien/if
  • tenzij/unless
tijd
  • vroeger/in the past
    intussen/meandwhile
  • tijdens/during
samenvatting/summary
  • al met al
  • geconcludeerd kan worden dat
  • kortom/in short
conclusie/conclu-sion
  • dus/so
  • tot slot/
    concluding

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Task
Oefen alle woorden in Quizlet

Quizlet live

Slide 14 - Diapositive