Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Lezen H 2.3 deel 1
boek op tafel - pen - laptop
Slide 1 - Diapositive
wat gaan we doen?
- terugblik h1: wat hebben we geleerd?
- huiswerk controleren - wie heeft samenvatting af?
- uitleg h2
- vier foto's 1 persoon
Slide 2 - Diapositive
terugblik:
serie signaalwoorden
Slide 3 - Diapositive
Signaalwoorden
Slide 4 - Diapositive
.
Wat hebben een vuurtoren en signaalwoorden
met elkaar gemeen?
Slide 5 - Question ouverte
Lesdoelen
Aan het einde van deze les:
weet ik waarom het gebruik van signaalwoorden belangrijk is.
kan ik signaalwoorden herkennen.
kan ik signaalwoorden toevoegen en aanpassen in mijn eigen tekst.
kan ik een originele titel bedenken voor mijn biografie.
Slide 6 - Diapositive
Signaalwoorden
Een signaalwoord geeft een verband tussen verschillende zinnen of alinea's aan.
Slide 7 - Diapositive
Lees de onderstaande tekst
Mert werd geboren in Turkije. Toen hij acht was verhuisde hij naar Nederland. Toen hij in Nederland was ging hij daar naar school. Dat vond hij stom. En toen werd hij vrienden met Tom. En toen vond Mert het iets leuker in Nederland. Toen bedacht hij dat hij op voetbal wilde. Dat mocht niet van zijn moeder. Toen ging Mert maar gewoon stiekem voetballen met de buurkinderen.
Wat valt je op?
Slide 8 - Diapositive
Lees de onderstaande tekst
Mert werd geboren in Turkije. Toen hij acht was verhuisde hij naar Nederland. Toen ging hij daar naar school. Dat vond hij stom. Toen sprak hij nog bijna geen Nederlands. En toen werd hij vrienden met Tom. En toen vond Mert het iets leuker in Nederland. Toen bedacht hij dat hij op voetbal wilde. En toen mocht dat niet van zijn moeder. Toen ging Mert maar gewoon stiekem voetballen met de buurkinderen.
Slide 9 - Diapositive
Signaalwoorden
Er zijn heel veel meer signaalwoorden dan alleen maar 'toen'. Ook geven verschillende soorten signaalwoorden verschillende verbanden aan:
Slide 10 - Diapositive
Signaalwoorden
voorbeeld
zoals
bijvoorbeeld
opsomming
en
verder
ten eerste
tenslotte
tegenstelling
maar
toch
echter
hoewel
vergelijking
net als
evenals
zoals
reden/verklaring
omdat
want
daarom
oorzaak-gevolg
want
doordat
daardoor
doel-middel
daarmee
door middel van
voorwaarde
als
indien
tenzij
tijd
vroeger
intussen
tijdens
samenvatting
al met al
geconcludeerd kan worden dat
kortom
conclusie
dus
tot slot
Slide 11 - Diapositive
Signaalwoorden
Genoeg keuze dus!
Slide 12 - Diapositive
Mert werd geboren in Turkije. hij acht was verhuisde hij naar Nederland en
ging daar naar school. Dat vond hij stom hij nog bijna geen Nederlands sprak.
Gelukkig werd hij vrienden met Tom. vond Mert het iets leuker in Nederland.
hij op voetbal mocht, werd het vast nog leuker. datmocht
niet van zijn moeder. ging Mert maar gewoon voetballen met de
buurkinderen.
Lees de aangepaste tekst en sleep de signaalwoorden naar de juiste plek.
Toen
omdat
Daardoor
Als
Maar
Daarom
Slide 13 - Question de remorquage
.
Waarom is het gebruik van (verschillende) signaalwoorden belangrijk?