Les 3 Loonstarheid + herhaling lH8 onderhandelen

herhaling
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

herhaling

Slide 1 - Diapositive

Wat zijn verzonken kosten?
de kosten ....
A
die niet terug te verdienen zijn als project niet doorgaat
B
van 33 keer afzwemmen en nog geen diploma op zak
C
van onbereikbare schatten die op de zeebodem liggen
D
die uit de hand zijn gelopen door misrekeningen

Slide 2 - Quiz

Wat betekent C.A.O?
A
christelijke adel organisatie
B
collectieve arbeids- overeenkomst
C
collectieve aanpak oproerkraaiers
D
collectieve arbeids- organisatie

Slide 3 - Quiz

Tussen welke partijen wordt een CAO vastgelegd.
A
werkgever + werknemer
B
werkgevers en werknemers
C
Vakbond van werkgevers en werknemers
D
vakbond van de bedrijfstak

Slide 4 - Quiz

8.4 loonstarheid

Slide 5 - Diapositive

Hoeveel opgaven heb je gemaakt en nagekeken?
A
(Bijna) Niets
B
Een beetje
C
Redelijk veel
D
(Bijna) Alles

Slide 6 - Quiz

Vraag naar Arbeid
Aanbod van arbeid

Slide 7 - Question de remorquage

Loonruimte
Prijscompensatie
Initiele loonstijging
De maximale loonstijging die niet leidt tot lagere winst.
Een loonsverhoging gelijk aan inflatie.
Loonstijging bovenop de inflatie correctie

Slide 8 - Question de remorquage

waar komen die starre prijzen op arbeidsmarkt vandaan?
voornamelijk door lonen! (loonstarheid)

Slide 9 - Diapositive

vraag naar arbeid wordt beïnvloed door:
- hoogte loon
- groei economie (productie)
- stand techniek
- globalisering
- kosten (en prijzen) andere productiefactoren
aanbod van arbeid wordt beïnvloed door:
- hoogte loon
- demografische ontwikkeling
- participatiegraad
- wetgeving (leerplicht, pensioen ed)

Slide 10 - Diapositive

Lesdoelen
•    geaggregeerde vraagcurve en geaggregeerde aanbodcurve tekenen.
•    aan de hand van de geaggregeerde vraag en het geaggregeerde aanbod de relatie tussen de hoe¬veelheid goederen en diensten en het nationale prijsniveau bepalen en dit grafisch onderbouwen.
•    de relatie tussen de geaggregeerde vraag en het prijsniveau uitleggen.
•    uitleggen wat de oorzaak van loonstarheid is.
•    de gevolgen uitleggen van prijsrigiditeit op de korte termijn.
•    uitleggen dat in situaties van laagconjunctuur door loonstarheid op korte termijn onvrijwillige werkloosheid ontstaat en op lange termijn, door de werking van het marktmechanisme, het evenwicht hersteld kan worden en dit grafisch onderbouwen.

Slide 11 - Diapositive

De ___________________ naar arbeid en het aanbod van arbeid noem je samen de

___________________ . 

Je spreekt van een  ___________________ arbeidsmarkt als het ___________________ 

groter is dan de vraag naar arbeid. 

Is het aanbod van arbeid kleiner dan de vraag naar arbeid dan spreek je van een 

 ___________________  arbeidsmarkt.
Arbeidsmarkt
Krappe
Ruime
Aanbod
Vraag

Slide 12 - Question de remorquage

h.8.4: Loonstarheid op de arbeidsmarkt
de lonen (prijs van arbeid) worden maar beperkt bepaald door vraag & aanbod (marktmechanisme): 
* CAO's: loonafspraken voor groepen werknemers voor een langere periode
*  wettelijk minimumloon: het loon kan nooit lager worden (minimumprijs)

Slide 13 - Diapositive

De gevolgen van minimumloon
Door het minimumloon is er nu werkloosheid onstaan. 
Voor het minimum loon willen meer mensen werken. De bedrijven vinden dit te duur en willen minder mensen aannemen. 

Het oranje blok is de werkloosheid

Slide 14 - Diapositive

loonstarheid bij economische teruggang
economische teruggang = de productie daalt en daardoor ook de vraag naar arbeid (bij elk loon) > de vraaglijn verschuift naar links > het loon zou moeten dalen, maar door loonstarheid gebeurt dat niet op korte termijn > het aanbod blijft gelijk, maar de vraag is 2 mln lager > 2 mln werknemers worden ontslagen

Slide 15 - Diapositive

Wat is een oorzaak van prijsstarheid op de arbeidsmarkt?

A
starre werkgevers
B
overheid bepaalt de lonen achteraf
C
minimumloon, contracten
D
werknemers zijn te bang om te onderhandelen

Slide 16 - Quiz

Aan de slag!
8.16 t/m 8.19 af

Slide 17 - Diapositive


Qa = 2L - 30
Qv = -2L + 90

Bereken het evenwichtsloon

Slide 18 - Question ouverte

Evenwicht als qa = qv
2L - 30 = -2L + 90
4 L = 120 dus L = 30

Slide 19 - Diapositive


Qa = 2L - 40
Qv = -2L + 100

Bereken hoeveel mensen er werken in de evenwichtssituatie

Slide 20 - Question ouverte

Evenwicht als qa = qv
2L - 40 = -2L + 100 dus 4L = 140 dus L = 35
Invullen in qa of qv geeft q = 30

Slide 21 - Diapositive

wat wordt er geregeld bij
primaire arbeidsvoorwaarden
A
auto van de zaak, bedrijfskleding
B
verlofdagen, betaalde opleiding
C
bureaustoel en eten in de kantine
D
loon, werktijden..

Slide 22 - Quiz

Wat is de wig?
Het verschil tussen...
A
loonkosten en nettoloon
B
brutoloon en nettoloon
C
loonkosten en brutoloon
D
de af te dragen werkgevers en werknemerspremies

Slide 23 - Quiz


Qa = 2L - 40
Qv = -2L + 100

Bereken de werkloosheid bij een loon van 40

Slide 24 - Question ouverte

Werkloosheid als qa > qv
Bij L = 40 is qa = 40
Bij L = 40 is qv = 20
Werkloosheid is 40 - 20 = 20

Slide 25 - Diapositive

loonstarheid kan werkloosheid veroorzaken. Omdat..
A
de lonen niet kunnen stijgen als er veel aanbod is
B
de lonen niet kunnen dalen als er veel vraag is
C
de lonen niet kunnen dalen als er veel vraag is
D
de lonen niet kunnen dalen als er weinig vraag is

Slide 26 - Quiz

arbeidsmarkt is geen markt van volkomen concurrentie
Op de arbeidsmarkt  is geen sprake van volkomen concurrentie omdat:
- product is heterogeen: aanbieders verschillen van elkaar
- sommige partijen beïnvloeden de prijsvorming: vakbonden, overheid
- geen vrije toetreding door diploma-eisen
- asymmetrische informatie (geen transparantie) omdat de locatie, omvang
   en kwalificatie van vraag en aanbod niet voor iedereen duidelijk en
   controleerbaar  is

Slide 27 - Diapositive


Maak een redenering hoe bij dalende besteding (1) loonstarheid leidt tot werkloosheid (6)   Zet in de juiste volgorde: 
1 bestedingen dalen                             4 minder productie
2 aanbod arbeid > vraag arbeid        5  lonen blijven gelijk                             
3 minder vraag naar arbeid                6 werkloosheid


Slide 28 - Question ouverte