t.m trap GROEN: zinnen schrijven

1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsSecundair onderwijs

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Noteer het participium

Slide 2 - Diapositive

Vanmorgen heb ik
mijn GSM (verliezen).

Slide 3 - Question ouverte

Ik heb het hele weekend ziek in mijn bed (liggen).

Slide 4 - Question ouverte

Mijn buurvrouw is naar Merchtem (verhuizen)

Slide 5 - Question ouverte

De lerares heeft de les goed (uitleggen)

Slide 6 - Question ouverte

Heb jij het vlees (bakken)?

Slide 7 - Question ouverte

De baby heeft zijn knuffel (meenemen) naar zijn bed.

Slide 8 - Question ouverte

We hebben veel (lachen).

Slide 9 - Question ouverte

We hebben een mooie dag (hebben).
De kinderen hebben (zwemmen).

Slide 10 - Question ouverte

De tandarts heeft
mijn tand (trekken)

Slide 11 - Question ouverte

Formuleer een correcte zin


S + V (hebben/zijn)

Slide 12 - Diapositive

mooie kleren kiezen
Mijn vriendin en ik

Slide 13 - Question ouverte

meubelen kopen
ik met mijn familie

Slide 14 - Question ouverte

Formuleer een correcte zin



INVERSIE

Slide 15 - Diapositive

ik - zondagmiddag
- mijn ouders bezoeken

Slide 16 - Question ouverte

mijn zoon - Vanmorgen
van de trap vallen

Slide 17 - Question ouverte

Subject = Het kind -> Het kind heeft zijn arm gebroken.
Subject = De arm   -> De arm is gebroken. (de status)

Slide 18 - Diapositive


Subject = Het -> Het heeft gevroren. (het weer)
Subject = het raam -> Het raam is bevroren. (de status)

Slide 19 - Diapositive