Theorie grammatica-spelling

Grammatica en spelling
Hoofdstuk 5
Meervouden en werkwoordspelling
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Grammatica en spelling
Hoofdstuk 5
Meervouden en werkwoordspelling

Slide 1 - Diapositive

Doelen
  • Je weet hoe je meervouden moet schrijven.
  • Je kan het schema voor werkwoordspelling gebruiken.

Slide 2 - Diapositive

Meervoud zn (1)
  • Zet -en achter het woord:
    bank-banken, kat-katten, huis-huizen, boom-bomen

  • Zet -s achter het woord:
    jongen-jongens, baby-baby's, wc-wc's, jockey-jockeys

  • Zet -ën achter het woord:
    twee-tweeën, bacterie-bacteriën, kopie-kopieën

Slide 3 - Diapositive

Meervoud zn (2)
Uitzonderingen:
Sommige zelfstandige naamwoorden hebben meerdere meervoudsvormen.
bijv.
  • seconde=>    secondes, seconden
  • plectrum=>   plectrums, plectra
  • zeeman=>     zeelui, zeelieden, zeemannen

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Vormen werkwoorden (blussen)  (zwak ww)
1. hele ww (infinitief):            blussen
2. pv tt:                                         ik blus, jij/hij/zij blust, wij/zij blussen
3. pv  vt:                                       ik bluste, jij/hij/zij bluste, wij blusten
4. voltooid deelwoord:         (ik heb) geblust
5. onvoltooid deelwoord:   blussend 
6. bijv. gebr. vdw:                    de blussende brandweerman

Slide 6 - Diapositive

Vormen werkwoorden (fluiten)  (sterk ww)
1. hele ww (infinitief):            fluiten
2. pv tt:                                         ik fluit, jij/hij/zij fluit, wij fluiten
3. pv  vt:                                       ik floot, jij/hij/zij floot, wij floten
4. voltooid deelwoord:        (ik heb) gefloten
5. onvoltooid deelwoord:   fluitend (ging ik naar huis)
6. bijv. gebr. vdw:                    de fluitende conducteur

Slide 7 - Diapositive

0

Slide 8 - Vidéo

schema werkwoordspelling

Slide 9 - Diapositive

Schema werkwoordspelling
zie ook lesboek blz. 182-183

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Lien