‹Revenir à la recherche

24.1 Diagnostische toets werkwoorden

être
timer
0:30
il/elle/on
ils
tu
je/j'
seraient
serai
a été
es
1 / 45
suivant
Slide 1: Question de remorquage
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 45 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

être
timer
0:30
il/elle/on
ils
tu
je/j'
seraient
serai
a été
es

Slide 1 - Question de remorquage

timer
0:45
gezien
gehad
gezet/gedekt/gelegd
geweest
gezegd
eu
 vu
mis
été
dit

Slide 2 - Question de remorquage

Elles (être)
A
suis
B
être
C
sont
D
est

Slide 3 - Quiz

Welke vorm van être is juist?
A
étons
B
sommes été
C
avons eu
D
avons été

Slide 4 - Quiz

être - imparfait
vous ......

let op accenten & schrijf in kleine letters zonder punt
timer
0:25

Slide 5 - Question ouverte

écrire - imparfait
tu ......

let op accenten & schrijf in kleine letters zonder punt
timer
0:25

Slide 6 - Question ouverte

connaître- présent
je ........

let op accenten & schrijf in kleine letters zonder punt
timer
0:25

Slide 7 - Question ouverte

se lever- imparfait
nous .........

let op accenten & schrijf in kleine letters zonder punt
timer
0:25

Slide 8 - Question ouverte

devoir - passé composé
tu .........

let op accenten & schrijf in kleine letters zonder punt
timer
0:30

Slide 9 - Question ouverte

timer
0:45
zal doen
doen
deden
gemaakt
zouden maken
font
fera
faisions
fait
feriez

Slide 10 - Question de remorquage

se laver- futur
ils........

let op accenten & schrijf in kleine letters zonder punt

timer
0:25

Slide 11 - Question ouverte

ouvrir- conditionnel
j' .........

let op accenten & schrijf in kleine letters zonder punt
timer
0:25

Slide 12 - Question ouverte

vivre - passé composé
tu..........

let op accenten & schrijf in kleine letters zonder punt
timer
0:30

Slide 13 - Question ouverte

être- conditionnel
vous .........

let op accenten & schrijf in kleine letters zonder punt
timer
0:25

Slide 14 - Question ouverte

tu choisiras
A
jij zal kiezen
B
jij koos
C
jij zou kiezen
D
jij kiest

Slide 15 - Quiz


Welke vorm is juist?
(envoyer)
A
j'envoies
B
tu enverrait
C
j'ai envoyé
D
tu envoyeras

Slide 16 - Quiz

Wat is de stam van suivre in de futur?
timer
0:25

Slide 17 - Question ouverte

Welke vorm is juist?
A
j'attendai
B
tu as attendé
C
tu attendas
D
tu as attendu

Slide 18 - Quiz

Welke vorm is juist?
A
ils prendrent
B
ils prennent
C
ils prendriont
D
ils prennait

Slide 19 - Quiz

wat is het voltooid deelwoord van écrire?


let op accenten & schrijf in kleine letters zonder punt
timer
0:30

Slide 20 - Question ouverte

croire - passé composé
tu .......

let op accenten & schrijf in kleine letters zonder punt
timer
0:25

Slide 21 - Question ouverte

appeler - présent
il .........

let op accenten & schrijf in kleine letters zonder punt

timer
0:25

Slide 22 - Question ouverte

commencer- futur
ils.......

let op accenten & schrijf in kleine letters zonder punt
timer
0:30

Slide 23 - Question ouverte

Wat is de juiste vorm van het werkwoord "connaître" in de passé compose?
A
Elles ont connu
B
Elles sont connées
C
Elles sont connu
D
Elles ont connue

Slide 24 - Quiz

Welke vorm is juist?
A
Ils mangont
B
elle a mangé
C
Ils mangerons
D
elle mangeais

Slide 25 - Quiz

vivre - futur
elles .......

let op accenten & schrijf in kleine letters zonder punt
timer
0:25

Slide 26 - Question ouverte

devoir - imparfait
tu .........
timer
0:25

Slide 27 - Question ouverte

être - passé composé
elle .............

let op accenten & schrijf in kleine letters zonder punt

timer
0:30

Slide 28 - Question ouverte

Vertaal: j'ai chanté
ik ............

let op accenten & schrijf in kleine letters zonder punt
timer
0:25

Slide 29 - Question ouverte

vertaal: ils rendront
zij .........
timer
0:30

Slide 30 - Question ouverte

vertaal : tu pourrais
jij ..................



timer
0:25

Slide 31 - Question ouverte

Vertaal : je suis venu (e)
A
ik ben gegaan
B
ik ben geweest
C
ik ben geworden
D
ik ben gekomen

Slide 32 - Quiz

Vertaal : vous regarderez
u...............

let op accenten & schrijf in kleine letters zonder punt
timer
0:25

Slide 33 - Question ouverte

timer
0:30
elles
Il 
Elle
se sont levées
s'est levé
s'est levée

Slide 34 - Question de remorquage

avoir - futur
nous ..........

let op accenten & schrijf in kleine letters zonder punt
timer
0:25

Slide 35 - Question ouverte

Vertaal: Anne disait
Anne .......

let op accenten & schrijf in kleine letters zonder punt
timer
1:00

Slide 36 - Question ouverte

Vertaal : Nous serions
wij ..........

let op accenten & schrijf in kleine letters zonder punt
timer
1:00

Slide 37 - Question ouverte

Vertaal : vous avez vu
jullie ......

let op accenten & schrijf in kleine letters zonder punt
timer
0:25

Slide 38 - Question ouverte

conduire- passé composé
il ....................

let op accenten & schrijf in kleine letters zonder punt
timer
0:25

Slide 39 - Question ouverte

avoir- conditionnel
j'..........

let op accenten & schrijf in kleine letters zonder punt
timer
0:20

Slide 40 - Question ouverte

devoir- futur
elle ........

let op accenten & schrijf in kleine letters zonder punt
timer
0:25

Slide 41 - Question ouverte

vertaal: elles iront
zij.........

let op accenten & schrijf in kleine letters zonder punt

timer
0:25

Slide 42 - Question ouverte

avoir- imparfait
nous ...............

let op accenten & schrijf in kleine letters zonder punt
timer
0:25

Slide 43 - Question ouverte

vertaal: j'allais
ik ................

let op accenten & schrijf in kleine letters zonder punt
timer
0:25

Slide 44 - Question ouverte

courir- présent
tu .................

let op accenten & schrijf in kleine letters zonder punt
timer
0:25

Slide 45 - Question ouverte

Plus de leçons comme celle-ci

v6 herhaling werkwoorden

- Leçon avec 37 diapositives
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Diagnostische toets werkwoorden

- Leçon avec 25 diapositives
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

h3 Oefening ter voorbereiding toets

- Leçon avec 12 diapositives
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

2 .SERT 3VWO formatieve toets ONTKENNING, PASSË COMPOSE, FUTUR SIMPLE et IMPARFAIT

- Leçon avec 22 diapositives
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Diagnostische toets werkwoorden

- Leçon avec 46 diapositives
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Diagnostische toets werkwoorden

- Leçon avec 44 diapositives
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Les verbes irréguliers

- Leçon avec 34 diapositives
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Rappels être et avoir aux 4 temps (4ème année) 15/20 min

- Leçon avec 27 diapositives
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3