Diagnostische toets werkwoorden
être
timer
0:30
il/elle/on
ils
tu
je/j'
seraient
serai
a été
es
1 / 25
La durée de la leçon est: 40 minÉléments de cette leçon
être
timer
0:30
il/elle/on
ils
tu
je/j'
seraient
serai
a été
es
Slide 1 - Question de remorquage
timer
0:45
gezien
gehad
gezet/gedekt/gelegd
geweest
gezegd
eu
vu
mis
été
dit
Slide 2 - Question de remorquage
Elles (être)
A
suis
B
être
C
sont
D
est
Slide 3 - Quiz
Welke vorm van être is juist?
A
étons
B
sommes été
C
avons eu
D
avons été
Slide 4 - Quiz
être - imparfait
vous ......
let op accenten & schrijf in kleine letters zonder punt
vous ......
let op accenten & schrijf in kleine letters zonder punt
timer
0:25
Slide 5 - Question ouverte
timer
0:45
zal doen
doen
deden
gemaakt
zouden maken
font
fera
faisions
fait
feriez
Slide 6 - Question de remorquage
ouvrir- conditionnel
j' .........
let op accenten & schrijf in kleine letters zonder punt
j' .........
let op accenten & schrijf in kleine letters zonder punt
timer
0:25
Slide 7 - Question ouverte
être- conditionnel
vous .........
let op accenten & schrijf in kleine letters zonder punt
vous .........
let op accenten & schrijf in kleine letters zonder punt
timer
0:25
Slide 8 - Question ouverte
tu choisiras
A
jij zal kiezen
B
jij koos
C
jij zou kiezen
D
jij kiest
Slide 9 - Quiz
Wat is de stam van suivre in de futur?
timer
0:25
Slide 10 - Question ouverte
Welke vorm is juist?
A
j'attendai
B
tu as attendé
C
tu attendas
D
tu as attendu
Slide 11 - Quiz
Welke vorm is juist?
A
ils prendrent
B
ils prennent
C
ils prendriont
D
ils prennait
Slide 12 - Quiz
commencer- futur
ils.......
let op accenten & schrijf in kleine letters zonder punt
ils.......
let op accenten & schrijf in kleine letters zonder punt
timer
0:30
Slide 13 - Question ouverte
vivre - futur
elles .......
let op accenten & schrijf in kleine letters zonder punt
elles .......
let op accenten & schrijf in kleine letters zonder punt
timer
0:25
Slide 14 - Question ouverte
être - passé composé
elle .............
let op accenten & schrijf in kleine letters zonder punt
elle .............
let op accenten & schrijf in kleine letters zonder punt
timer
0:30
Slide 15 - Question ouverte
Vertaal: j'ai chanté
ik ............
let op accenten & schrijf in kleine letters zonder punt
ik ............
let op accenten & schrijf in kleine letters zonder punt
timer
0:25
Slide 16 - Question ouverte
vertaal: ils rendront
zij .........
zij .........
timer
0:30
Slide 17 - Question ouverte
Vertaal : vous regarderez
u...............
let op accenten & schrijf in kleine letters zonder punt
u...............
let op accenten & schrijf in kleine letters zonder punt
timer
0:25
Slide 18 - Question ouverte
timer
0:30
elles
Il
Elle
se sont levées
s'est levé
s'est levée
Slide 19 - Question de remorquage
avoir - futur
nous ..........
let op accenten & schrijf in kleine letters zonder punt
nous ..........
let op accenten & schrijf in kleine letters zonder punt
timer
0:25
Slide 20 - Question ouverte
Vertaal : Nous serions
wij ..........
let op accenten & schrijf in kleine letters zonder punt
wij ..........
let op accenten & schrijf in kleine letters zonder punt
timer
1:00
Slide 21 - Question ouverte
avoir- conditionnel
j'..........
let op accenten & schrijf in kleine letters zonder punt
j'..........
let op accenten & schrijf in kleine letters zonder punt
timer
0:20
Slide 22 - Question ouverte
vertaal: elles iront
zij.........
let op accenten & schrijf in kleine letters zonder punt
zij.........
let op accenten & schrijf in kleine letters zonder punt
timer
0:25
Slide 23 - Question ouverte
avoir- imparfait
nous ...............
let op accenten & schrijf in kleine letters zonder punt
nous ...............
let op accenten & schrijf in kleine letters zonder punt
timer
0:25
Slide 24 - Question ouverte
vertaal: j'allais
ik ................
let op accenten & schrijf in kleine letters zonder punt
ik ................
let op accenten & schrijf in kleine letters zonder punt
timer
0:25
